Een nieuwe wet moet de werking in de Belgische havens, de schepen in de havens en de schepen op de binnenwateren beter beschermen tegen drugssmokkel, terreurdreiging, buitenlandse inmenging, economische spionage en cybercriminaliteit. Dat schrijft Het Nieuwsblad. Het Vlaams Belang noemt de wet een “stap in de goede richting.”
Vicepremier en minister van Justitie en Noordzee Vincent Van Quickenborne (Open Vld) kondigde de nieuwe wet vandaag aan. Het koninklijk besluit dat de wet uitvoert, werd echter vorige week al gepubliceerd in het Staatsblad.
Concreet wordt de werking van de Cel Maritieme Beveiliging binnen het Directoraat-generaal Scheepvaart versterkt. De samenstelling van twee organen van de Cel – de negen Lokale Comités voor Maritieme Beveiliging (LCMB) en de Nationale Autoriteit voor Maritieme Beveiliging (NAMB) – wordt daarmee ook aangepast.
Verbeterde beveiliging
Het doel is de veiligheid van en binnen de havens en havenfaciliteiten verbeteren. Het toepassingsgebied van de wet strekt zich uit over zes zeehavens: Antwerpen, Zeebrugge, Gent, Oostende, Luik en Brussel. Verder is hij ook van toepassing in 198 havenfaciliteiten, waarvan er 170 gelegen zijn in de zeehavens en 28 langs de binnenwateren.
Met het nieuwe KB wordt ook het havenbeveiligingsplan geoptimaliseerd. Dat coördineert de beveiligingsmaatregelen voor verschillende havengebieden met uiteenlopende beveiligingskenmerken.
Stap in de goede richting
Kamerlid Marijke Dillen (Vlaams Belang) moedigt de nieuwe maatregelen toe, maar stelt zich vragen bij de timing in een mededeling. Wat terreur, buitenlandse inmenging en spionage betreffen heeft de Vivaldi-regering zich volgens haar “helaas veel te naïef getoond. Zo maakten onze douanediensten bijvoorbeeld gebruik van scanners van de Chinese firma Nuctech, die deels in handen is van de Chinese overheid. Omdat beveiligingsexperts vermoeden dat ze data kunnen doorsturen naar China, werden ze in vele Westerse landen geweerd. Niet bij ons.”
“Het is, beter laat dan nooit, een stap in de goede richting”, besluit Dillen. “In de voortdurende strijd tegen de internationale misdaad zijn de aanpassingen een noodzaak. We stellen ons wel de vraag hoe eventueel extra personeel zal worden ingevuld en zullen dit van nabij blijven opvolgen.”