Het Vlaams Woningfonds geeft leningen uit aan mensen die niet meer terecht kunnen bij de bank. Die leningen zijn erg populair door de lage rentevoet en de mogelijkheid om tot 100% van de kostprijs te lenen, inclusief notaris- en andere kosten. Deze formule heeft geleid tot een succes waardoor het fonds de vraag niet meer aankan. Vlaams Parlementslid voor het Vlaams Belang Guy D’haeseleer vindt dat Vlaams minister voor wonen Matthias Diependaele (N-VA) dringend moet zoeken naar een oplossing om de werking vlotter te laten verlopen.
In 2022 sloten 4.735 gezinnen en alleenstaanden een woonlening af bij het Vlaams Woningfonds. In vergelijking met het jaar voordien spreken we van een stijging van 9%. Het fonds is uitermate belangrijk voor Vlamingen met beperkte middelen om toch een huis te bekomen. Zij kunnen door te hoge rentes bij de banken daar niet meer terecht. Het Vlaams Woningfonds biedt dus een alternatief. De populariteit van deze leningen heeft als gevolg dat de doorlooptijden als maar toenemen en dat meer en meer aanvragen geannuleerd worden.
Vlaams Parlementslid Guy D’haeseleer van het Vlaams Belang hamert erop hoe belangrijk het fonds is. “De Vlaamse Woonlening is voor veel mensen het laatste redmiddel om een eigen betaalbare woning te kunnen aankopen”, aldus D’Haeseleer. Hij vindt bovendien dat het niet de bedoeling kan zijn dat betaalbaar wonen voor een aanzienlijk deel Vlamingen onmogelijk wordt omdat de termijnen veel te lang aanslepen.
Meer personeel en extra maatregelen voor het Woningfonds
Gezien het succes van het Vlaams Woningfonds en dat het sinds 2021 de enige sociale woonkredietverstrekker geworden is, vindt D’haeseleer dat minister Diependaele hierop had moeten anticiperen. “Het was immers voor iedereen duidelijk dat dit een enorme stijging van aanvragen voor de Vlaamse Woonlening ging veroorzaken”, aldus nog het Vlaams Parlementslid.
Daarom pleit het Vlaams Belang voor extra maatregelen en personeel om deze achterstand aan te pakken. “Minister Diependaele moet snel een oplossing bieden om de werking vlotter te laten verlopen”, concludeert D’haeseleer.
