De EU-uitbreidingsdrang is terug van nooit weg geweest in Eurocratische middens. Ondanks interne onenigheid tussen de lidstaten en verschillende crisissen, zoals de aanhoudende migratiestroom, beginnen Europese leiders op vrijdag alsnog de discussie over een mogelijke uitbreiding van de Unie. Dat meldt De Tijd.
In het Spaanse Granada ontmoetten de 27 EU-leiders elkaar op een informele top. Daar zullen ze waarschijnlijk het startschot geven voor de discussie over een nieuwe uitbreidingsronde van de Europese Unie. Al is niet iedere lidstaat daar even enthousiast over. Integendeel, velen kanten zich uitdrukkelijk tegen een verdere uitbreiding van de EU. Zowel het opnemen van nieuwe leden als het uitbreiden van supranationale bevoegdheden stoot op begrijpelijk verzet.
Franse president Emmanuel Macron en Duitse kanselier Olaf Scholz, leiders van de twee machtigste EU-landen, schaarden zich achter een uitbreiding van de Unie. Al moeten daar grondige hervormingen aan verbonden zijn, zo menen de politici. Zo willen ze onder andere het vetorecht van individuele lidstaten afschaffen.
Verzet tegen EU-uitbreidingsdrang
De evolutiedrang naar een steeds machtiger supranationaal niveau wordt Eurocraten niet in dank afgenomen door kleinere lidstaten, die de bijkomende bevoegdheden voor de Unie en verminderde nationale macht zien als een inbreuk op hun soevereiniteit. Polen en Hongarije waren het al vaker oneens met de richting die de EU opgaat.
“Het antwoord van de Europese Unie op de schuldencrisis en de pandemie toont de limieten aan van supranationaal bestuur in Europa”, zo meende de Poolse premier Mateusz Morawiecki. Op zijn beurt wees de Hongaarse premier Viktor Orbán in het verleden al vaak de aanhoudende migratiecrisis aan als reden waarom men niet kan rekenen op het EU-niveau voor daadkrachtige oplossingen.
Interne problemen
Mario Draghi, voormalig voorzitter van de Europese Centrale Bank en oud-premier van Italië, riep de EU vorige maand op om de Europese begroting te verhogen. In The Economist spoorde hij lidstaten en de Commissie aan om een “federalisering van het investeringsbeleid op Europees niveau voor gedeelde doelstellingen” door te voeren.
Meer geld, meer uitgaven en meer macht voor de EU dus. Politieke leiders reageerden koel op het voorstel. Vele lidstaten zien geen ruimte voor nieuwe beleidsprioriteiten en nieuwe uitgavenposten.
Ook de aanhoudende interne crisissen vormen een struikelblok voor velen. De migratiestroom die onverminderd verder duurt en de falende deal met Tunesië typeren het daadkrachtloos beleid van de Europese instellingen. Een Unie die haar eigen grenzen niet kan beschermen heeft weinig beweegruimte om te gaan uitbreiden.