Op 9 juni werd de 35-jarige Freija Van den Driessche (Vlaams Belang) op de Oost-Vlaamse lijst voor het Vlaams Parlement verkozen met 15.995 voorkeurstemmen. Van den Driessche is apotheker van opleiding en behaalde een doctoraat in de farmaceutische microbiologie aan de UGent.
Kwam u thuis ook in aanraking met het Vlaams-nationalisme? Zo ja, heeft dit ook een rol gespeeld bij uw keuze voor het Vlaams Belang?
“Mijn grootvader werkte sinds de jaren 50 in Brussel. Hij ondervond er aan den lijve de dominante positie van het Frans en werd zo vanzelf Vlaams-nationalist. Later nam hij me mee naar de IJzerbedevaart en het Vlaams Nationaal zangfeest. Met mijn papa ging ik dan weer mee met de Vlaamse Volksbeweging om bijvoorbeeld Vlaamse Leeuw vlagjes uit te delen op de Ronde van Vlaanderen of de gordel. Als student sloot ik me daarna zelf aan bij de NSV. Het is dan ook logisch dat ik koos voor het Vlaams Belang, de enige partij die resoluut en zonder complexen voor Vlaamse staatsvorming durft te gaan.”
U wilt zich engageren in de commissie Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding. Wat denkt u dat u kan betekenen voor deze commissie?
“Het Vlaams Belang haalde op 9 juni een mooie score, we wonnen er maar liefst 8 zetels bij in het Vlaams Parlement. We zijn dus niet alleen (net als NVA) de grootste fractie, we mogen ook 4 (van de 15) vaste leden afvaardigen in deze commissie. We zullen de thema’s in de commissie dus kunnen verdelen, wat het voordeel geeft dat we ons echt zullen kunnen verder verdiepen in de dossiers. Dat zal nodig zijn, want de uitdagingen in de zorg zijn zeer groot. Denken we maar aan het personeelstekort en de wachtlijsten, en dat allemaal in een budgettair precaire periode met een sterk vergrijzende bevolking.”
“Ik ben ook heel benieuwd naar het regeerakkoord. Welke accenten zal de volgende regering leggen, wat staat er in, en vooral, wat staat er niet in? Sowieso zijn de middelen dus beperkt, maar ik zal er in de commissie altijd voor pleiten dat er voldoende middelen worden vrijgemaakt voor welzijn, voor de noden van onze mensen.”
“Met mijn ervaring als medewerker Volksgezondheid in de Kamer, zal ik ook focussen op alle versnipperde bevoegdheden en deze toestand aan de kaak blijven stellen. Ik ben benieuwd welke ‘confederale omslag’ NVA zal realiseren. Want zowel NVA als cd&v pleitten ervoor om de zorg op Vlaams niveau te organiseren. Ik zal ze daar voldoende aan herinneren, want zorg moet een volledige bevoegdheid zijn van de gemeenschappen, zowel de organisatie, als de financiering!”
Welke zaken vindt u belangrijk binnen het Vlaams Parlement en wat denkt u te ondernemen komende legislatuur?
“Ik vind het belangrijk dat het Vlaams Parlement, zoals het een volwaardig parlement betaamt, zijn tanden laat zien, en zich niet laat dicteren door het federale niveau. Dat hebben we bijvoorbeeld gezien tijdens de covid crisis. Het Vlaams Parlement moet zijn bevoegdheden dus ten volle benutten, en tegen het federale niveau durven ingaan, in het belang van de Vlamingen.”
“En over covid gesproken, ook hierover is het laatste woord nog niet gezegd. We zullen dat terug op de agenda zetten, want bijvoorbeeld m.b.t. de invoering van het CST werden fouten gemaakt. We moeten verhinderen dat dat in de toekomst opnieuw kan gebeuren.”
U bent op de Oost-Vlaamse lijst voor het Vlaams Parlement verkozen met 15.995 voorkeurstemmen. Wat zijn uw bezorgdheden binnen uw omgeving?
“Wat mijn gemeente betreft, vind ik het belangrijk dat we onze eigenheid kunnen behouden. Het is een landelijke gemeente, waar helaas ook meer en meer ook een onveiligheidsgevoel heerst. Dat was vroeger niet zo. Ik zal me ook verzetten tegen een fusie die niet gedragen wordt door onze inwoners, en tegen de komst van megawindmolens. Sint-Lievens-Houtem moet Sint-Lievens-Houtem blijven.”
“Mijn gemeente ligt op de grens van de Denderregio en de regio Vlaamse Ardennen. Verschillende cijfers die werden voorgesteld in het memorandum van de Denderregio waren toch wel tekenend. Om enkele frappante voorbeelden te geven; de jobratio in deze twee regio’s is de laagste van het Vlaams Gewest. Ook de fietssnelwegen zijn in deze twee regio’s het minst ontwikkeld.”
“Het zijn maar enkele zaken die wijzen op de achterstelling van deze regio’s. Ik zal mij dan ook in het bijzonder inzetten voor de Denderregio en de regio Vlaamse Ardennen.”