Een loonsverhoging levert voor veel werknemers maar weinig extra op. Van elke 100 euro extra brutosalaris houden sommigen slechts 17 euro over. Dat blijkt uit een studie van de Hoge Raad van Financiën. “In dit land is dit een klein berichtje in de krant”, zo schrijft econoom en columnist Ivan Van de Cloot op X.
De Hoge Raad van Financiën signaleert dat de zogenaamde “promotieval” de laatste vijftien jaar sterk is toegenomen. De promotieval, waarbij het financieel onaantrekkelijk wordt om promotie te maken, komt voort uit de hoge marginale heffingsdruk. Dit betekent dat een groot deel van het extra loon wegvloeit naar belastingen en sociale bijdragen.
Promotieval treft vooral lage inkomens
Uit de studie blijkt dat een derde van de voltijds werkende werknemers onder een marginale heffingsdruk van meer dan 83 procent valt. Concreet houdt dit in dat van een loonsverhoging van 100 euro, uiteindelijk maar 17 euro daadwerkelijk in het nettoloon terechtkomt. Vooral werknemers met een lager inkomen ervaren deze forse aftopping.
Wanneer zij een salarisverhoging krijgen, vervalt vaak hun recht op de Vlaamse jobbonus of de federale werkbonus. Deze kortingen zijn bedoeld om werken financieel aantrekkelijk te maken, maar hun verlies bij een loonsverhoging zorgt ervoor dat promotie maken voor veel werknemers nauwelijks een verbetering oplevert.
In dit land is dit een klein berichtje in de krant: “Wie 100 euro opslag krijgt, houdt daar maar 17 euro van over”. https://t.co/XKyJrITiyl pic.twitter.com/hLqIkCnb4k
— Ivan Van de Cloot (@IvanVandeCloot) November 5, 2024