Juist in deze turbulente tijden, is buitenlandbeleid een zeer belangrijk onderdeel van de politiek. Het Vlaams Belang zegt een “onafhankelijk Vlaams en rationeel buitenlandbeleid” moet komen. Met het uitkomen van het verkiezingsprogramma van het Vlaams Belang, stelden wij hier daarom enkele vragen over aan kandidaten Annick Ponthier en Ellen Samyn.
Annick Ponthier is Kamerlid voor het Vlaams Belang met de commissies Landsverdediging en Buitenlandse betrekkingen. Ze is bovendien afgevaardigde in de parlementaire assemblee van de NAVO. Ellen Samyn is ook Kamerlid namens het Vlaams Belang, met de commissies Sociale Zaken en Buitenlandse Zaken. Zij is bovendien afgevaardigde in de Parlementaire Vergadering van de Organisatie voor de veiligheid en Samenwerking in Europa.
In het verkiezingsprogramma staat dat er een volwaardige Vlaamse politieke dienst moet zijn met een onafhankelijk Vlaams en rationeel buitenlandbeleid. Hoe wil het Vlaams Belang dat verwezenlijken?
Ellen Samyn: “We moeten ons buitenlandbeleid steeds aan de eigen economische en veiligheidsbelangen aftoetsen. Bilaterale en multilaterale verdragen moeten we desnoods heronderhandelen of stopzetten, als ze strijdig zijn met onze Vlaamse belangen.
Om ons buitenlands beleid vanuit een Vlaams perspectief vorm te geven en de Vlamingen op het wereldtoneel te vertegenwoordigen, moeten we naar onze diplomatie durven kijken. Momenteel voert het federale niveau al te vaak de bevoegdheden van de deelstaten uit, wat betreft onze internationale vertegenwoordiging. Dit komt doordat de samenwerkingsakkoorden uit 1994, die de afspraken hieromtrent vastleggen, hopeloos verouderd zijn. We moeten deze akkoorden dringend actualiseren, zodat we het principe van ‘in foro interno, in foro externo’ herstellen. Dit is het grondwettelijk beginsel dat bepaalt dat de overheid die intern bevoegd is, ook de externe vertegenwoordiging van die bevoegdheid op zich moet nemen in het buitenland. We moeten Vlaanderen op die manier de sleutels bieden om een buitenlands beleid op maat van de Vlamingen te voeren.”
Wat voor rol moet Vlaanderen innemen op het wereldtoneel?
Annick Ponthier: “Wij gaan als Vlaams-nationale partij steeds uit van het ‘eerst onze mensen’-principe, uiteraard. Dat is in onze geopolitieke visie niet anders. Dit betekent dat we een neutrale uitgangspositie aannemen in buitenlandse conflicten. Een klein land als Vlaanderen heeft niet het militaire, economische en geopolitieke gewicht om door te wegen op de hete internationale hangijzers zoals de oorlog tussen Israël en Palestina of die tussen Oekraïne en Rusland. Waken over onze eigen economische en veiligheidsbelangen doen we vaak het best door ons niet al te actief in te mengen. Zo hebben de Amerikaanse militaire avonturen in Afghanistan, Irak, Libië, Somalië of Syrië ons in het verleden alleen maar een gedestabiliseerd Midden-Oosten en vluchtelingenstromen opgeleverd.
Tegelijkertijd zijn wij niet blind voor het leed van volkeren overal in de wereld. Ook dat is volksnationalisme. Zo steunen wij diplomatiek en humanitair het lot van de Armenen in Nagorno-Karabach, pleiten wij voor een harde vuist tegen christenvervolgingen, tegen de concentratiekampen voor minderheden in China, tegen de inlijving van Tibet en Hongkong, tegen de Chinese militaire intimidatie van Taiwan, tegen de Plaasmoorde van blanke boeren in Zuid-Afrika, tegen de onderdrukking van vrouwen en dissidenten in Iran enzoverder.
Wij menen dus dat de Vlaamse rol in de wereld tweeledig is. Hét uitgangspunt is onze eigen belangen, maar tegelijkertijd moeten we het streven naar zelfbeschikking, vrijheid en menselijke waardigheid van andere volkeren durven verdedigen in onze diplomatie.”
In het programma staat dat we een evaluatie van verdragen en overeenkomsten met radicaalislamitische en communistische landen nodig hebben. Aan welke landen denkt u dan?
Ellen Samyn: “Bijvoorbeeld aan Iran, waarmee de Europese landen het Instex-mechanisme kenden om de economische boycot door Amerika te omzeilen. Maar het gaat in feite om alle islamdictaturen, niet in het minst Turkije dat nota bene een kandidaat-lidstaat van de EU is en een NAVO-land. Zo ook Azerbeidzjan, waarvan de EU nu gretig gas en olie koopt, omwille van het embargo tegen Russische fossiele brandstoffen. Ook aan landen als Tunesië geeft Vivaldi nu een zak geld om illegale migratie tegen te gaan, terwijl daar veelvuldig mensenrechten geschonden worden. De migratiestroom zal door dit soort deals echter niet opdrogen, kijk maar naar de Turkijedeal tijdens de asielcrisis in 2015 die geen zoden aan de dijk bracht.
Wat communistische regimes betreft blijft Vivaldi ook ziende blind. Mensenrechten gelden voor hen alleen als het bondgenoten als het om Hongarije, Polen of Tsjechië gaat, omdat die zich dapper tegen massamigratie en links-liberale bemoeienis uit Brussel verzetten. Daarom doet België nog altijd zaken met landen als Cuba, Venezuela, China of Vietnam zonder al te kritisch te zijn voor de mensenrechtensituatie daar.”
Wat kan een onafhankelijk Vlaams buitenlandbeleid bijdragen aan de totstandkoming van een gezond Vlaams migratiebeleid?
Annick Ponthier: “Eén van onze voornaamste prioriteiten is de migratiestop naar Vlaanderen. We hebben louter baat bij arbeidsmigratie van binnen de EU of bepaalde hoogopgeleide profielen uit landen als Canada of Amerika. Daarom moeten we in ons buitenlandbeleid de strijd tegen illegale migratie vooropstellen. Een belangrijk instrument hiertoe is ons ontwikkelingsbeleid. Wij willen ontwikkelingshulp per definitie koppelen aan een terugnameplicht voor illegale en criminele migranten. Daarom moeten we ons ontwikkelingsbeleid heroriënteren naar de herkomstlanden van de in ons land aanwezige migrantengemeenschappen. Op die manier kan ontwikkelingsbeleid ook lonen voor onze eigen mensen.
Behalve ontwikkelingsbeleid, moeten we in onze diplomatie steeds de samenwerking tegen illegale migratie benadrukken. Onze focus is uitsluitend opvang in eigen regio voor niet-Europese vluchtelingen. Daarvoor zijn akkoorden nodig met buurlanden van conflicthaarden. In onze bilaterale relaties moeten we dit vooral benadrukken boven andere thema’s als klimaatverandering of het dicteren van de (andere en meer conservatieve) ethische keuzes die soevereine landen maken.”
Ten slotte, hoe staat het Vlaams Belang tegenover de Europese Unie en hoe past de Europese Unie in uw standpunt over het te voeren buitenlandbeleid?
Ellen Samyn: “Wij zien de EU zoals ze ooit bedoeld was, als een economisch en vredesproject waarin een gemeenschap van soevereine natiestaten op basis van verdragen samenwerken. De EU zou moeten terugkeren naar de situatie voor het Verdrag van Maastricht in 1991, toen het in hoofdzaak een economisch verband was dat zich met de integratie en het beheer van de interne markt bezig hield.
Nu is het een supranationaal politiek project geworden, waarbij vanuit Brussel technocraten beslissingen nemen die raken aan de soevereiniteit van de lidstaten. De EU-bemoeizucht willen wij drastisch terugschroeven. Wij willen een Unie die zich met haar kerntaken bezighoudt en maximale bewegingsvrijheid geeft aan de natiestaten. De lidstaten door één links-liberaal keurslijf dwingen zoals nu gebeurt, zal falen. Daarvoor is Europa te divers en het is precies die diversiteit onder volkeren die wij huldigen.
De EU heeft echter een rol te spelen in een Vlaamse buitenlandpolitiek. Vlaanderen is te klein om volledig alleen te opereren in de wereld en moet dus binnen het carcan van organisaties als de EU en de NAVO zijn eigen belangen verdedigen. De EU kan een rol spelen op het vlak van veiligheid door investeringen in een autonome Europese defensie-industrie. Zo komen we los van de Amerikaanse militaire dominantie in de NAVO en kunnen we beter onze Vlaamse en gezamenlijke Europese belangen dienen in het buitenland. Ook op economisch gebied kunnen we als één handelsblok veel meer verwezenlijken dan als land alleen. Zo kan de EU via zijn economisch gewicht in Afrika bijvoorbeeld wegen op onderhandelingen over het terugnemen van illegalen. Op diplomatiek vlak heeft de EU ook veel meer hefbomen om dingen te bewegen in die internationale mensenrechtendossiers die ons nauw aan het hart liggen.”