Zelfs de Europese Centrale Bank (ECB) erkent het fenomeen: ‘graaiflatie’. Het gaat om machtige en grote bedrijven die de inflatie aangrijpen om hun prijzen éxtra te verhogen, ver boven de aanvankelijke inflatiegraad. Verschillende economen waarschuwen voor het fenomeen in Het Nieuwsblad.
De koopkracht van de burger staat onder druk na de corona- en energiecrisis. Maar sommige bedrijven maken net gebruik van deze crises om hun winsten extra aan te dikken. Dat meldt ook de ECB. Tijdens de rentevergadering deze week stelde men zelfs dat dit fenomeen dé inflatiemotor is achter de inflatie, goed voor zo’n 60% van de inflatie; met een soort van cascade-effect als gevolg. Een beetje inflatie jaagt grote bedrijven aan om hun prijzen disproportioneel te verhogen, wat dan weer de basisinflatie aanjaagt enzoverder.
Overwinsten of graaiflatie?
Volgens econoom Paul De Grauwe (London School of Economics) hoeft dat niet te verbazen. “Bedrijven willen zo veel mogelijk winst boeken”, zo zegt De Grauwe in Het Nieuwsblad. De omvang doet echter wel verbazen. “Dat zit in hun DNA. Geef ze een kans en ze zullen die grijpen. Het gebeurt in heel de economie, maar niet overal even hard. De kleine bakker kan de prijs minder bepalen dan de multinational met veel marktmacht.”
En terwijl kleine zelfstandigen en de gewone burger kreunen onder de koopkrachtverliezen, maken multinationals als Unilever, Engie en Shell mooie winsten. Engie moest echter – mede onder druk van oppositiepartijen zoals het Vlaams Belang – het afgelopen jaar flink wat afstaan omwille van de zogenaamde overwinstbelasting (een extra belasting op uitzonderlijke winst veroorzaakt door crises).
Volgens De Grauwe kan zo’n belasting misschien ook in andere sectoren ingevoerd worden. “Waarom geen wetgeving die uitzonderlijke winsten aan banden legt? Je kan het ‘extraatje’ belasten.”