15.2 C
Brussel

“Waarom ik onze boeren steun”

Gepubliceerd:

- Advertisement -

In zijn tweewekelijkse column ‘Res Publica’ heeft Vlaams Belang-voorzitter Tom Van Grieken het ditmaal over het nieuws dat Europa afgelopen week in de ban hield: de boerenprotesten. Volgens de partijvoorzitter reguleert de EU de boeren kapot en doet de Vlaamse regering er nog een schepje bovenop. “Laat het vooral een signaal zijn aan politici om onze boeren niet langer te negeren en écht met hen in gesprek te gaan”, klinkt het. “Het Vlaams Belang staat alvast aan de kant van onze boeren. Aan de andere partijen om ook kant te kiezen. Willen zij de handhavers van de Europese regelmaffia zijn? Of de beschermheer van onze boeren?”

Wie deze week met de wagen naar Brussel moest, zal wel eens binnensmonds gevloekt hebben. Nadat de Vlaamse boeren eerder deze week verschillende verkeersknooppunten in Vlaanderen blokkeerden, zakten ze naar aanleiding van de Europese top op donderdag 1 februari af naar onze hoofdstad, dit keer echter geflankeerd door hun collega’s uit andere Europese landen.

Politiek begint met luisteren

Wie de beelden ziet van de protesten kan zich niet vergissen: de boeren zijn boos. Daar kan je als politicus op twee manieren mee omgaan: of je zet hen weg als “krapuul”, zoals Theo Francken (N-VA) dat presteerde, of je komt onder de boeren en luistert naar hun zorgen en bekommernissen, zoals ik meerdere keren deed. Als je dat doet, is het al snel duidelijk dat hun boosheid zeer terecht is.

Ook de door de goegemeente verguisde Hongaarse president Viktor Orbán deed dat bij zijn aankomst in Brussel. Hij liet daar, vrij vertaald, bij optekenen: “Het is een Europees probleem dat de verzuchtingen van de gewone man en vrouw in de straat niet serieus genomen worden. Dat is het grootste probleem. We hebben nieuwe leiders nodig.” Hij vat daarmee exact het probleem samen dat vele mensen in Europa hebben met de politieke elite die in hun ivoren torens ver weg van het leven van de gewone Europeaan allerhande wetten en richtlijnen maken die een grote impact hebben. Dat ze zich daarbij veelal laten leiden door ideologisch gedreven wensdromen en niet door de realiteit van het dagelijkse leven, is een understatement. Wat voor hen in veel gevallen maar een pennentrek is, heeft voor veel mensen, in sommige gevallen zelfs intergenerationeel, enorme gevolgen.

Zo ook voor de boeren. Vooreerst: er wordt in de Europese Unie veel geld besteed aan landbouw. Wie de cijfers er op nakijkt, moet vaststellen dat er binnen de Unie in bijvoorbeeld 2019 niet minder dan € 38,2 miljard gespendeerd werd aan rechtstreekse betalingen aan boeren, € 13,8 miljard aan plattelandsontwikkeling en een bijkomende € 2,4 miljard ter ondersteuning van de markt voor landbouwproducten. Hoge cijfers, maar die komen ook niet uit de lucht gevallen. De landbouwindustrie zorgde in 2019 immers ook voor 9.476.000 banen, voor 3.769.850 banen in voedselproductie (in 2018), en was in 2020 verantwoordelijk voor 1,3% van het bbp van de Unie. Voor elke uitgegeven euro, creëert de landbouwsector een bijkomende € 0,76 voor de EU-economie. De bruto toegevoegde waarde van de landbouwsector was in 2020 € 178,4 miljard.

Europese landbouwregulitis

Stellen dat de landbouwsector van groot belang is binnen Europa, is dus een open deur intrappen. Toch doet diezelfde Europese Unie er alles aan om diezelfde landbouwsector het leven zuur te maken. Enerzijds legt men aan de eigen landbouw alsmaar meer en verder van de realiteit staande regels op, anderzijds organiseert men de concurrentie met de eigen landbouwers. Een in het oog springend voorbeeld is dat boeren verplicht worden een deel van hun gronden braak laten liggen (met andere woorden: men mag er niets mee doen), al werd deze maatregel onder druk van de protesten voor 2024 opnieuw een jaartje vooruit geschoven. Maar uitstel is natuurlijk geen afstel.

Het grootste probleem van de Europese landbouwregulitis is echter dat men alle Europese boeren in één keurslijf probeert te dwingen. Vlaamse landbouwers werken helemaal anders en hebben met andere uitdagingen te maken dan die van de Oost-Europese en zuiderse lidstaten, toch gelden voor iedereen dezelfde regels. Alsof de Europese regulitis nog niet genoeg is, organiseert de EU bovendien zelf nog eens de concurrentie met de eigen boeren. Zo werkt het aan een vrijhandelsakkoord met Argentinië, Brazilië en Paraguay. Pesticiden die hier verboden zijn, mogen in bijvoorbeeld Brazilië gebruikt worden en geraken dan toch in onze winkelrekken. Landen als Polen en Hongarije werden dan weer overspoeld met goedkoop graan uit Oekraïne. De Hongaarse en Poolse regeringen hebben toen hun hakken terecht in het zand gezet voor “hun” landbouwers.

Eerst onze boeren

Dat geluk hebben de Vlaamse boeren echter niet, integendeel. Zij hebben te maken met een Vlaamse regering, met op de kop N-VA-ster Zuhal Demir, die er wel op gebrand lijkt om de Europese richtlijnen zo streng mogelijk te interpreteren en deze koste wat kost door de strot van onze boeren te duwen. Het natuurgebied van Zuhal mag ook wat kosten: menselijke drama’s zijn duidelijk een prijs die zij bereid is te betalen. De manier waarop dit gebeurt, is eigenlijk hallucinant. In de praktijk komt het hier op neer: de waarde van gronden van boeren wordt op kousenvoeten verlaagd door de gronden te categoriseren als natuurgebied en vervolgens worden diezelfde gronden door private natuurverenigingen verworven met substantiële staatssteun. Dat is door de overheid georganiseerde diefstal waarvoor men zich zelfs in de Sovjet-Unie zou schamen. Het is maar één van de zovele voorbeelden die aantonen dat als er vandaag sprake is van een ‘boerenkrijg’, deze geenszins door de boeren is gestart.

De regulitis vanuit Europa enerzijds en anderzijds een Vlaamse regering die ter kwader trouw handelt, verklaart de terechte woede van de boeren. Uiteraard is het niet fijn om in de file te staan door een zoveelste protest in dit land, maar dit protest komt niet uit de lucht vallen. Laat het vooral een signaal zijn aan politici om onze boeren niet langer te negeren en écht met hen in gesprek te gaan. Het Vlaams Belang staat alvast aan de kant van onze boeren. Aan de andere partijen om ook kant te kiezen. Willen zij de handhavers van de Europese regelmaffia zijn? Of de beschermheer van onze boeren? Voor mij is het duidelijk: ik wil dat mijn kinderen en kleinkinderen in de toekomst ook nog een biefstuk van West-Vlaams Rood met frieten van bintjesaardappelen kunnen eten zonder dat die ingrediënten een tocht over de oceaan moesten maken.

Eerst onze boeren.

Tom Van Grieken
Tom Van Grieken
Tom Van Grieken (°1986, Antwerpen) is de nationale voorzitter van het Vlaams Belang.

Gerelateerd

Meest gelezen