Het bedrag dat Vlaanderen bijdraagt aan de Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO) groeit elk jaar. In 2024 loopt het bedrag op tot 81 miljoen euro. Ellen Samyn, Kamerlid voor het Vlaams Belang, wijst erop dat Vlaams geld onevenredig naar Franstalig België vloeit. Dit blijkt uit cijfers die Samyn opvroeg bij minister van Pensioenen Karine Lalieux (PS).
Samyn benadrukt dat er een duidelijke communautaire scheeftrekking is in de verdeling van de IGO-middelen. “Vlaanderen, dat goed is voor 58 procent van de bevolking, ontvangt slechts 42 procent van de IGO-gelden”, zegt ze. Tegelijkertijd krijgt Brussel 24 procent van de middelen, terwijl het slechts 10,6 procent van de bevolking vertegenwoordigt. Wallonië ontvangt 34 procent van de fondsen, wat meer is dan haar aandeel in de bevolking van 31,4 procent. Dit patroon herhaalt zich, volgens Samyn, vaak bij federale herverdelingsmechanismen.
Vlaanderen heeft nood aan splitsing van de sociale zekerheid
Samyn berekende dat Vlaanderen jaarlijks zo’n 13 miljoen euro minder ontvangt dan waar het recht op zou hebben. “Opnieuw vloeit disproportioneel veel federaal en dus Vlaams geld naar Brussel en naar de provincies Henegouwen en Luik”, stelt ze. Het Vlaams Belang pleit al langer voor een volledige splitsing van de sociale zekerheid. “Splits de sociale zekerheid en laat Vlaanderen voor haar eigen gepensioneerden zorgen”, klinkt het nog bij Samyn.
Hoewel het Vlaams Belang de Inkomensgarantie voor Ouderen steunt, is het niet te spreken over deze structurele transfers. “Een zoveelste transfer van Vlaamse gelden naar Franstalig België hebben we echt niet nodig”, besluit Samyn.
