Het Vlaams Belang is ontzet over de exploderende miljardenfactuur voor de twee nieuwe fregatten van de Belgische marine, zo staat te lezen op hun website. De aankoop van de schepen bedraagt maar liefst 2,025 miljard euro, 796 miljoen meer dan oorspronkelijk geraamd.
In 2018 sloten de Belgische en Nederlandse defensie een akkoord waarin besloten werd voor elk land twee fregatten en zes mijnenjagers te bouwen. De twee fregatten die de Belgische marine op dit moment in dienst heeft dateren uit de jaren ’80. Daarom werd besloten dat ze aan vervanging toe zijn. Echter blijkt de factuur veel groter te zijn dan oorspronkelijk voorzien.
“Dit is een heruitgave van het F-35-dossier”, zegt Kamerlid Annick Ponthier (Vlaams Belang). “De regering verkoopt aan het parlement vooraf een goednieuwsshow, maar achteraf blijkt dat ze zich alweer hebben laten rollen, op kosten van de belastingbetaler.”
Belastingbetaler betaalt de prijs
Afgelopen dinsdag deed Defensie het dossier voor het eerst uit de doeken. Dit gebeurde in de gesloten commissie Legeraankopen. Toen al werden er vragen gesteld over de grootte van de kosten. “Die doorlichting, die de commissieleden dus pas achteraf hebben kunnen inkijken, bleek ronduit vernietigend”, aldus Kamerlid en voorzitter van de commissie Legeraankopen Steven Creyelman (Vlaams Belang). “Ook de Inspectie Financiën bevestigt dus dat de regering zich tijdens de procedure liet rollen. De belastingbetaler betaalt helaas de prijs voor die incompetentie.”
Volgens de Nederlandse regering kan de gestegen factuur verklaard worden door de algehele inflatie ten gevolgen van de Oekraïneoorlog. Er zou echter sprake zijn van een maatschappelijk terugverdieneffect van 355 miljoen euro, gespreid over tien jaar. “Maar we leren uit de F-35-historie dat die terugverdieneffecten wel eens erg zouden kunnen tegenvallen”, vult Ponthier aan.
Wafelijzerpolitiek
Ook bij de communautaire verdeling van die terugverdieneffecten heeft het Vlaams Belang ernstige bedenkingen. Het is erg waarschijnlijk dat minister van Defensie Ludivine Dedonder (PS), zoals met het F-35-dossier, een wafelijzerpolitiek hanteert”, besluit Ponthier. “Hierdoor zal de Vlaamse defensie-industrie een kleiner aandeel krijgen dan wat hun expertise en productiecapaciteit te bieden heeft.”
