In de Kamer dient het Vlaams Belang een wetsvoorstel in om alle meewerkende echtgenoten die gewerkt hebben in het maxi-statuut toegang te geven tot het minimumpensioen. “In de huidige regeling die minister voor Zelfstandigen David Clarinval (MR) invoerde, is dit niet het geval. Op basis van geboortejaar en datum van aansluiting bij het maxi-statuut komen bepaalde categorieën meewerkende echtgenoten niet in aanmerking voor het minimumpensioen”, stelt Kamerlid Ellen Samyn (Vlaams Belang) in een communicatie. “Daar willen wij verandering in brengen.”
Meewerkende echtgenoten die niet voldoen aan de gewone voorwaarden voor het minimumpensioen, hebben in de pensioenregeling van Vivaldi enkel recht op een minimumpensioen als ze geboren zijn in de periode tussen 1 januari 1956 en 31 mei 1968. Bovendien moeten ze zich vrijwillig voor één of meerdere kwartalen onderworpen hebben aan het maxi-statuut van meewerkende echtgenoot tijdens de periode van 1 januari 2003 tot 30 juni 2005 of als ze zich verplicht moesten aansluiten vanaf 1 juli 2005.
Geen geld voor minimumpensioen, wel voor andere zaken
“Deze beperkingen willen wij schrappen”, licht Samyn toe. “Onze fractie riep de minister verschillende keren tevergeefs op om deze regeling door te trekken naar alle meewerkende echtgenoten die gewerkt hebben in het maxi-statuut.” Met de indiening van het wetsvoorstel, wil het Vlaams Belang die eis nu kracht bijzetten, teneinde de uitgesloten groepen meewerkende echtgenoten het pensioen te geven dat ze verdienen.
“De minister verwees telkens naar de penibele budgettaire situatie als reden om dit niet aan te pakken”, besluit Samyn. “Maar tegelijkertijd vloeien jaarlijks ettelijke miljarden euro’s naar Wallonië of gaan ze op aan de gevolgen van massamigratie. Het Vlaams Belang wil deze scheve situatie omdraaien en onze mensen op de eerste plaats zetten.”
