De voorman van de socialistische mutualiteit De Voorzorg – Tony Coonen – hoeft zich geen zorgen meer te maken voor de sociaal-strafrechtelijke inbreuken die hem voor de voeten werden gelegd. Hij wordt al jaren beschuldigd van allerlei vormen van corruptie, witwassen en zelfbediening. Woensdag kreeg de rode veteraan alvast de vrijspraak in Hasselt voor de aantijgingen rond sociale fraude (in de vorm van valse jobs). Dat meldt onder meer HLN.
Coonen (ex-sp.a/Vooruit) dook in 2021 voor het eerst op in een grootschalig corruptie- en witwasdossier. Samen met de penningmeester van De Voorzorg en drie vastgoedondernemers werd hij in maart van dat jaar opgepakt. Hij moest zich samen met achter anderen verantwoorden voor corruptie, witwassing en fraude. Onder meer openbare aanbestedingen zouden bewust niet zijn uitgeschreven en mededinging van concurrenten werd bemoeilijkt. Coonens vriendin en dochter zouden ook fictieve jobs hebben gekregen.
Coonens vriendin kreeg 4.000 euro “voor allerhande klusjes”
Het is over dit laatste gegeven in de bredere corruptiezaak rond Coonen, ooit nog lijstduwer voor de Limburgse sp.a voor de Kamer, dat de arbeidsauditeur van het OM tussenkwam. Het lijkt er namelijk op dat de vriendin én dochter van Coonen ingeschreven waren als werknemers van Coonens management- en vastgoedvennootschap Panta Rhei, zonder dat er echt werk werd uitgevoerd.
Het is in kader van dat onderzoek dat de speurders plots hun oog lieten vallen op sociaal-strafrechtelijke inbreuken. Maar volgens Coonens advocate deed het duo immers wel werk, als “manusje-van-alles”, bijvoorbeeld door sleutels naar huurders te brengen of plannen te halen bij architecten. Opmerkelijk, want Coonens dochter deed dit zogezegd allemaal naast een voltijdse job. De vriendin kreeg zelfs 4.000 euro per maand voor de zogenaamde losse klusjes.
Volgens de Hasseltse rechtbank is er voor dit alles evenwel “onvoldoende bewijs”. Coonen gaat door deze beschuldigingen dus alvast vrijuit. De gerechtskosten zijn voor de Belgische Staat. De andere aantijgingen zullen pas worden beslecht vanaf 2 juni 2025.