In de Servische hoofdstad Belgrado zijn voor de tweede keer in een week tijd duizenden demonstranten op straat gekomen. De betogers willen dat de politieke leiders in het land aftreden nadat afgelopen week 17 mensen omkwamen bij twee dodelijke schietpartijen. Dat meldt VRT.
Het is de tweede keer deze week dat verschillende demonstranten in Belgrado de straat opgingen nadat schietpartijen vorige week het land opschrikten. Zowel linkse als rechtse oppositiepartijen roepen op om over te gaan tot de demonstraties. De demonstranten willen dat een einde wordt gemaakt aan de vergunningen van tv-stations die gewelddadige programma’s uitzenden. Daarnaast roepen ze op tot een boycot van regeringsgezinde kranten die spanningen zouden aanwakkeren jegens andersdenkenden. Tot slot eisen de demonstranten dat de Servische minister van Binnenlandse Zaken opstapt.
De Servische president Aleksandar Vucic zijn de protesten een politieke zet van de oppositie. “Ze plannen hun demonstraties tijdens de rouwperiode van de natie met als enige doel geweld en een gewelddadige machtsovername”, klinkt het. Vucic kondigde bovendien een eigen manifestatie aan. Die zal naar eigen zeggen “de grootste bijeenkomst in de Servische geschiedenis zijn.”
Dodelijke schietpartijen
De protesten kwamen er nadat Servië afgelopen week werd opgeschrikt door 2 schietpartijen in 48 uur tijd. Een 13-jarige jongen schoot bij een eerste schietincident acht leerlingen en een veiligheidsagent dood. Het incident gebeurde ongeveer 60 kilometer ten zuiden van de hoofdstad Belgrado. Na de schietpartij werden de schutter en diens vader door de politie opgepakt, zo meldt VRT. Een dag later schoot een 21-jarige man acht mensen dood. Er raakten ook 14 mensen gewond.
