De Raad voor Vergunningsbetwistingen heeft de strengere PFAS-lozingsnormen vernietigd die de Vlaamse regering had opgelegd aan de afvalverwerkingsinstallatie van Indaver in de Antwerpse haven. Dat meldt Het Nieuwsblad en heeft de Raad donderdagavond bekendgemaakt.
In juni 2022 paste de Vlaamse regering de bijzondere milieuvoorwaarden voor de afvalverwerkingsinstallatie aan. Dat gebeurde op vraag van Indaver zelf. De regering legde daarbij echter wel bijkomende lozingsnormen op, die verder gingen dan wat het bedrijf gevraagd had.
Het ging om lozingsnormen voor bijvoorbeeld perfluorpentaanzuur (PFPA) en perfluorhexaanzuur (PFHA), twee stoffen die in de categorie van PFAS-stoffen vallen. Indaver produceert echter zelf geen PFAS of PFAS-houdende stoffen, maar verwerkt PFAS-houdend afval van verschillende bedrijven.
Niet meer dan wat de exploitant vraagt
Hierop tekende Indaver beroep aan tegen die beslissing. Een procedure wegens ‘uiterst dringende noodzakelijkheid’ werd nog verworpen, maar nu vindt Indaver wel bijval bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen. Die stelt in zijn arrest dat “de Vlaamse Regering de bijzondere voorwaarden onwettig heeft opgelegd” en vernietigt de beslissing.
“De Raad oordeelt dat de Vlaamse regering niet bevoegd is om de milieuvoorwaarden ruimer bij te stellen dan wat de exploitant zelf vraagt”, zo wordt uitgelegd in een persbericht. “De lozingsnormen in de bestreden beslissing voor de parameters PFPA en PFHA van 0,1 microgram per liter voor een periode van twaalf maanden zijn een onregelmatige uitbreiding van het voorwerp van de aanvraag van de verzoekende partij tot bijstelling van de bijzondere milieuvoorwaarden in haar basisvergunning”, zo staat ook in het arrest.
Bijstellingsprocedure op eigen initiatief
De Vlaamse regering moet nu binnen de drie maanden een nieuwe beslissing nemen over de aanvraag van Indaver. De Raad voor Vergunningsbetwistingen wijst erop dat de Vlaamse regering ook nog “een afzonderlijke bijstellingsprocedure op eigen initiatief kan aanvatten”.