Na het beruchte pensioenschandaal in de Kamer waar ex-Kamervoorzitters een onwettig pensioen verkregen hebben, is het nu de beurt aan ‘gewone’ parlementairen. Eerder werd al bekend dat ook ‘gewone’ Kamerleden 20% meer dan het wettelijk ambtenarenpensioen kunnen ontvangen. En in het Vlaams Parlement blijkt hetzelfde al 10 jaar aan de gang, zo meldt De Standaard woensdag. Zowat elke partij viel uit de lucht bij het horen ervan. Toch pleit men gezamenlijk voor de afschaffing van het achterpoortje.
Kamerleden vielen deze week uit de lucht toen ze te horen kregen dat ook ‘gewone’ parlementairen een aanvullend pensioen kunnen ontvangen bovenop het wettelijk maximum. Dat aanvullend pensioen bedraagt zo’n 20% meer. Een parlementslid die voor 2014 op pensioen ging en 20 jaar gewerkt had kon zo een pensioen bekomen van 6.688 euro bruto per maand. Vanaf 2019 moet elk parlementslid 45 jaar gewerkt hebben om dat pensioen te kunnen bemachtigen. Hetzelfde zou het geval zijn in het Vlaams Parlement.
Het plafond-Wijninckx legt een maximumpensioen vast van 7.831 euro bruto per maand. Nu is gebleken dat parlementairen in zowel de Kamer als het Vlaams Parlement dat maximumbedrag konden omzeilen. Dit kan door hun parlementair pensioen te combineren met hun pensioenen uit andere activiteiten. Een parlementair kan bijvoorbeeld ook partijvoorzitter of burgemeester zijn.
Dat pensioen kan in de Kamer sinds 2014 wel tot 20% boven het plafond-Wijninckx uitkomen. Omgerekend is dat maandelijks 9.375 euro bruto. In het Vlaams Parlement geldt de regeling al sinds 2005. Zo’n 49 van de 600 gepensioneerde parlementsleden kwamen zelfs boven dat bedrag uit. Voorlopig is het onduidelijk hoeveel oud-parlementsleden zo’n aanvullend pensioen verkrijgen.
“Afschaffen van koterijen”
Toch was zowat heel het parlement verwonderd over deze praktijken. Elke partij staat wel klaar om deze ‘koterijen’ zo snel mogelijk af te schaffen gezien het niet strookt met de wet.
Oppositiepartij Vlaams Belang hamerde erop in Villa Politica dat er geen uitzonderingen zouden mogen bestaan op het wettelijke plafond en dat de regeling dus afgeschaft dient te worden