In een nieuw rapport omtrent ‘Partygate’ wordt vastgesteld dat de voormalige Britse premier Boris Johnson het parlement opzettelijk heeft misleid met betrekking tot zijn overtreding van de COVID-19-regels toen hij het land leidde, zo meldt onder andere Euronews. De voormalige premier heeft de bevindingen over zijn gedrag omschreven als “antidemocratisch” en “gestoord”.
Johnson stapte vrijdag boos op als parlementslid nadat de commissie hem van tevoren had geïnformeerd dat hij zou worden gestraft. Hij beschreef de commissie als een “kangoeroe-rechtbank” en beschuldigde politieke tegenstanders ervan hem te hebben verjaagd in een “heksenjacht”. In maart ontkende hij bewust tegen de regels gehandeld te hebben.
De Partygate-commissie
De zogenaamde Privilegescommissie van het parlement heeft 14 maanden lang onderzoek gedaan naar Johnsons gedrag in verband met ‘partygate’, een reeks bijeenkomsten met hapjes en drankjes in zijn kantoor waarbij de strenge COVID-19 beperkingen werden overtreden die zijn regering aan het land had opgelegd.
De commissie moest met name vaststellen of hij tegen het parlement had gelogen over de evenementen, waaraan hij werd beschuldigd te hebben deelgenomen, ondanks het feit dat hij wist dat ze in strijd waren met de toen geldende regels. Het rapport omschrijft zijn acties als op “een opzettelijke afsluiting van zijn geest of op zijn minst roekeloos gedrag”.
Johnsons reactie: “Dit is onzin”
De Privilegescommissie, die onderzoek doet naar zaken van minachting waarbij parlementsleden betrokken zijn, benadrukte ook dat Johnson zowel tegen de commissie als tegen het hele Parlement had gelogen en deed de aanbeveling om hem de toegang tot de Houses of Parliament te ontzeggen.
Johnson heeft vandaag een 1.700 woorden tellende verklaring uitgebracht over de bevindingen, die hij hekelde als “antidemocratisch”. “Dit is onzin,” zei hij. “Het is een leugen. Om tot deze gestoorde conclusie te komen, is de commissie verplicht om een aantal dingen te zeggen die duidelijk absurd zijn of tegengesproken worden door de feiten.”
