Minister van Buitenlandse Zaken Hadja Lahbib (MR) ontkent dat de Turkse overheid aan discriminatie van christenen doet, ondanks rapporten die dit aantonen. Dat blijkt uit een parlementaire vraag van Vlaams Belang-Kamerlid Ellen Samyn. “Net zoals het merendeel van de Franstalige politici doet zij alles om de Turken en moslims in dit land niet voor het hoofd te stoten”, reageert Samyn.
De Vivaldi-regering betreedt gretig het internationaal podium om probleem aan te kaarten. Zo mengde premier De Croo (Open Vld) zich op amateuristische wijze in het conflict tussen Israël en Hamas, en voerde minister van Buitenlandse Zaken Hadja Lahbib (MR) een diplomatieke rondreis uit in de regio. De reactie en verontwaardiging blijft echter uit bij de regering wanneer het om christenvervolgingen gaat.
Volgens Kamerlid Ellen Samyn (Vlaams Belang) is het duidelijk dat Turkije de christelijke Assyrische en Aramese volkeren op hun grondgebied viseert. “Dit blijkt ook uit de rapporten van organisaties zoals Open Doors”, benadrukt de politica. “Bovendien nemen zij door de islamistische politiek van de Turkse president Erdogan alsmaar toe.” Naar aanleiding hiervan stelde ze dan ook een parlementaire vraag aan minister Lahbib.
Lahbib ontkent christenvervolgingen door Turkije
De minister ontkent echter dat er bewijzen zijn van discriminatie door de Turkse overheid. Van politiek gemotiveerde aanvallen op Assyriërs, Arameeërs en Armenen is evenmin sprake, volgens Lahbib. “Ze probeert de specifieke problematiek van christenvervolging telkens weer te verdrinken in het algemene ‘mensenrechtenbeleid’ dat Vivaldi voert”, reageert Samyn.
Eerder praatte minister Lahbib het bombarderen van scholen en ziekenhuizen door het Turkse leger al goed door te wijzen op “het recht van Turkije om zich te verdedigen”. Kamerlid Samyn is dan ook kritisch voor de Waalse politica: “Net zoals het merendeel van de Franstalige politici doet zij alles om de Turken en moslims in dit land niet voor het hoofd te stoten.”
Lees ook:
Christenvervolging in Turkije: “daders werden nooit veroordeeld”
