Met het aanbreken van de zomer keert ook een ander seizoen terug: dat van de allochtone jongerenterreur in de recreatiedomeinen en aan de kust. Met zwarte lijsten en omheiningen, tracht men de amokmakers te slim af te zijn. Afgelopen weekend bleek dit alvast geen soelaas te bieden. In de Blaarmeersen gaf men het startschot van de zomerse terreurmarathon.
De zonnige zomerdagen “vallen in het water wanneer jongeren op recreatiedomeinen het voor anderen verpesten. Zie de Gentse Blaarmeersen. Het raakt niet de burgers in het groen, wel die in de kleine huizen zonder tuin. De armeren betalen het gelag”, zo schrijft politiek journaliste Isolde Van den Eynde voor HLN.
“In de ideale maatschappij kan je zwemmen zonder een identiteitskaart in een digitale lezer te steken. Maar als de Gentse zwemvijver onveilig is, dan raakt dat niet de burgers in het groen en met voldoende open ruimte”, vervolgt Van den Eynde haar analyse. “De mensen uit ‘Latem leven’ malen er niet om. Wel de burgers in kleine huizen zonder tuin. Het is altijd hetzelfde patroon: de armsten betalen het gelag. Denk maar aan de absurde raamregel in de trein tijdens de pandemie. In Gent mag je ook niet meer barbecueën op publiek terrein door overlast. Alleen wie geld heeft voor een huis met tuin, kan doen waar kennelijk zoveel Vlamingen van houden: buiten je vlees braden.”
Multicultuur komt met een prijskaartje
De multiculturele overlast vormt dus geen probleem voor zij die het geld hebben om zich eraan te onttrekken. De politieke elite kan vanuit haar ivoren toren de grenzen wagenwijd open houden, ‘Kumbaya’ zingen en, wanneer het helemaal misloopt, ‘Imagine all the people’ van John Lennon opleggen met enkele brandende kaarsen op de voorgrond.
De politieke journaliste van HLN ziet het niet rooskleurig. “Een diverse maatschappij waarin iedereen elkaar met respect bejegent? Daar zijn we nog niet. Wat progressieve verbinders ook mogen zeggen. Tot dan hangt er een prijskaartje aan die veiligheid en aan onze vrijheid”, besluit ze.