Mensen met een herkomst binnen de EU zijn in België opvallend vaker aan het werk dan mensen van buiten de EU, zo blijkt uit onderzoek van Statbel. Vooral Polen en Roemenen hebben grote stappen vooruit gezet op vlak van arbeidsmarktparticipatie. Personen met een Afrikaanse achtergrond zijn in België het minst aan het werk, zo meldt VRT.
Statbel heeft voor de enquête naar arbeidskrachten (EAK) nog maar recentelijk de variabele van de herkomst van de bevraagden ingevoerd. Dit leidt immers tot meer diepgaande en nuttigere inzichten. Het begrip herkomst is breder dan nationaliteit en houdt bijvoorbeeld ook rekening met de eerste geregistreerde nationaliteit van de bevraagde of de eerste geregistreerde nationaliteit van de ouders.
De officiële, algemene, Belgische werkgelegenheidsgraad is tussen 2003 en 2022 gestegen van 64,7 naar 71,9 procent. Bij mensen met een herkomst in België zelf, steeg dit van 67,3 naar 75,8 procent in dezelfde periode.
Polen en Roemenen werken het meest
De meest opvallende stijging zien we in de groep van de landen die het laatst tot de EU toegetreden zijn, de zogenaamde ‘EU-13-landen’. Polen, Roemenië en Bulgarije zijn de voornaamste herkomstlanden in België. Hun werkgelegenheidsgraad steeg van 57,1 naar 76,4 procent, waarmee ze het beter doen dan de mensen met Belgische herkomst.
Ook mensen met een herkomst die in de landen ligt die het langst bij de EU zijn, benaderen de Belgische cijfers met 70,2 procent. Daar wordt de kloof dus meer gestaag gedicht.
Afrikanen bengelen onderaan
De laagste werkgelegenheidsgraad vinden we bij mensen met een Noord-Afrikaanse herkomst. Nagenoeg de helft (48,7 procent) van deze groep is niet aan het werk. Dit gaat in België voornamelijk over mensen met een Marokkaanse, Algerijnse of Tunesische achtergrond.
Personen met een herkomst uit Sub-Sahara Afrika doen het niet veel beter. Iets meer dan de helft (54,3%) van hen is actief op onze arbeidsmarkt. Zij gaan er ook als enige groep op achteruit.