In aanloop naar de verkiezingen pakt het Vlaams Belang stevig uit met nieuwe en jonge gezichten. Op plaats twee op de Oost-Vlaamse lijst voor het Vlaams Parlement staat Freija Van den Driessche: “De enige oplossing is Vlaamse autonomie. Zolang de andere partijen dat niet erkennen zullen ze niets kunnen veranderen.”
Van den Driessche werd geboren in Aalst, maar woont nu in Sint-Lievens-Houtem, waar ze trotse mama is van twee kindjes. Na haar master in de farmaceutische wetenschappen en haar doctoraat in de farmaceutische wetenschappen afgerond te hebben werkte ze enkele jaren in de farmaceutische industrie. In 2020 besloot ze het echter over een andere boeg te gooien en werd ze medewerker voor de kamerfractie, waar ze vooral de commissie volksgezondheid opvolgt voor het Vlaams Belang.
Hoe kwam u bij Het Vlaams Belang terecht? Waarom hebt u precies voor deze partij gekozen?
“Van thuis uit ben ik Vlaamsgezind opgevoed, vooral via mijn grootvader, met wie ik dan ook jaarlijks naar de IJzerbedevaart en later de ging. Zo heb ik de studentenverenigingen leren kennen en in mijn eerste jaar in Gent heb ik mij dan aangesloten bij de NSV. Ik heb daar een heel fijne tijd beleefd. Naast Tom Van Grieken leerde ik er ook mijn echtgenoot Matthias, zoon van voormalig voorzitter Bruno Valkeniers, kennen.”
“Los van de vriendschappelijke banden die ik dus al lang had met veel Vlaams Belangers sinds mijn studententijd, is het Vlaams Belang gewoon ook de enige partij die duidelijk gaat voor een onafhankelijk Vlaanderen. Ik geloof niet dat er nog iets mogelijk is vanuit België. Het moet dus vanuit het Vlaams Parlement gebeuren, en dat is de strategie van het Vlaams Belang om tot een ander en beter beleid te komen. Daar geloof ik echt in, er is geen alternatief.”
“Ik voel dat zoveel mensen echt gefrustreerd zijn, omdat onze politieke leiders de veranderingen die nodig zijn, niet kunnen doorvoeren. Maar dat is logisch omdat je binnen België niets kan veranderen. We zitten muurvast omdat de Franstalige politici een andere richting uit willen. De enige oplossing is Vlaamse autonomie. Zolang de andere partijen dat niet erkennen zullen ze niets kunnen veranderen.”
U staat op de 2de plaats op de Oost-Vlaamse lijst voor het Vlaams Parlement. Waar maken de mensen uit uw provincie zich zorgen om?
“Door de massamigratie herkennen mensen hun eigen straten of buurten niet meer. Dit gevoel heerst al langer in de steden, maar breidt ook hoe langer hoe meer uit naar de landelijkere gebieden. Het is voor velen moeilijk communiceren met buren die geen Nederlands spreken, en wiens sociale leven zich vaak elders, bijvoorbeeld in Brussel afspeelt. De migratiestroom zal trouwens niet stoppen, integendeel zelfs, het zal de komende 10-tallen jaren alleen nog verergeren als we geen werk maken van een echt Fort Europa.”
“Ten tweede hebben de burgers genoeg van de zelfcensuur en de weg-met-ons-mentaliteit die met de fameuze woke-ideologie gepaard gaat. Politici trachten te bepalen waarmee wel en niet gelachen mag worden of wat wel of niet gezegd mag worden. In steden als Aalst en Ninove is men terecht trots op de lange traditie van het carnaval, maar ziet men die traditie hoe langer hoe meer onder druk staan van de progressieve gedachtepolitie. Bovendien is de komende editie van Aalst carnaval de meest beveiligde ooit. Dat is toch tekenend voor de tijd waarin we helaas leven. Mensen voelen dat.”
“Ten slotte is een leef- en werkbaar evenwicht tussen milieu en natuur enerzijds en landbouw en economie anderzijds een cruciaal thema. We hebben in onze provincie prachtige natuurgebieden. De bescherming daarvan is uiteraard belangrijk, maar mag niet blindelings gebeuren. Zo werd ik de afgelopen maanden al meermaals aangesproken door verschillende landbouwers, naar aanleiding van het stikstofdossier.”
“De waardering van het ene thema mag dus niet ten koste gaan van de andere sector door een groene ideologie die onrealistisch en onbetaalbaar is. We kunnen niet zonder onze boeren. Zelf woon ik heel landelijk, op de grens van de Denderstreek en de Vlaamse Ardennen. De boeren in ons dorp kunnen eigenlijk allemaal al met pensioen, maar wie zal hen opvolgen? De komende jaren stoppen zoveel boeren zodat ik eigenlijk niet begrijp waarom men het de jonge boeren zo moeilijk wil maken.”
U bent voor de meeste Vlamingen een nieuw gezicht. Waarom moeten zij voor u kiezen? Wat zijn uw plannen in het Parlement?
“Als mensen kiezen voor mij en het Vlaams Belang kiezen ze voor een partij die duidelijke standpunten heeft. Gelet op mijn achtergrond en mijn ervaring in de Kamer, zou ik me graag bezighouden met dossiers uit de commissie welzijn in het Vlaams Parlement. Gelet op mijn wetenschappelijke achtergrond probeer ik steeds zoveel mogelijk facetten van elke problematiek te bekijken, om echt te snappen waar het over gaat en wat de oplossingen kunnen zijn.”
“Ik vind het dan ook heel belangrijk zoveel mogelijk mensen te ontmoeten om te zien wat de noden zijn. Want het is al heel lang duidelijk dat de noden heel hoog zijn, maar dat men meer naar de mensen uit het werkveld zelf moet luisteren, of naar de patiënten. Er zijn de wachtlijsten voor het persoonsvolgend budget voor personen met een handicap, of noden op vlak van palliatieve zorgen of voor mensen met zeldzame ziektes. Er zijn de problemen in de woonzorgcentra, die we niet mogen vergeten. Ik wil ook nog verdere evaluaties over de covidpandemie, bijvoorbeeld over het CST, dat in Vlaanderen nooit had ingevoerd mogen worden.”
“Ook op het gebied van preventie kunnen we nog veel meer doen, maar hier komen we, zoals bij alles eigenlijk, op de versnippering van bevoegdheden tussen de Vlaamse en federale overheid. Om een doortastend welzijns- en gezondheidsbeleid te voeren, moeten we alles overhevelen naar Vlaanderen en de sociale zekerheid splitsen. De rest zal vanzelf volgen.”
“Ik ben ook een echte teamspeler en ik kijk er dus naar uit om samen met de collega’s echt dingen in verandering te zetten. We zullen een enorm grote fractie zijn als de peilingen bewaarheid worden, dus er zal echt wel veel mogelijk zijn.”