De Spanjaarden trekken zondag naar de stembus om 12 regionale regeringen en 8.000 gemeenteraden te kiezen. De verkiezingen gelden als een eerste krachtmeting tussen links en rechts. Het lijkt erop dat de centrumrechtse Volkspartij (PP) de beste papieren heeft om de regionale verkiezingen met winst af te sluiten. De PP zet op die manier socialistisch premier Pedro Sanchez (PSOE) onder druk. De verkiezingen zijn immers een voorbode van de algemene verkiezingen in december. Dat meldt The Guardian.
De centrumrechtse Volkspartij (PP) zit in een overwinningsmodus en wil onder meer een absolute meerderheid behalen in de regio Madrid. De PP voert al vijf jaar oppositie en zal daar wellicht voor worden beloond. De partij wil na de lokale verkiezingen zoveel mogelijk regio’s losweken van de regerende Spaanse Socialistische Arbeiderspartij (PSOE). Ze zal daarbij echter de steun nodig hebben van het rechtse Vox.
Vox groeit in alle regio’s en zal naar verwachting in meer regionale parlementen zetelen dan in 2019. Uit alle peilingen blijkt bovendien dat de PP Vox nodig zal hebben om in elke regio te regeren, behalve in Madrid.
De socialistische PSOE hoopt dan weer haar verliezen zoveel mogelijk te beperken, maar moet evenwel rekening houden met het extreemlinkse Podemos. Die partij zit samen met de PSOE in de nationale regering en bevindt zich in een crisissituatie.
Belang van Spaanse regionale verkiezingen
De verkiezingen zullen hoe dan ook een spannende aangelegenheid worden, waarbij veel zal afhangen van de opkomst. De verwachting is dat zowel het linkse als het rechtse blok op veel plaatsen een nipte meerderheid zullen halen.
De resultaten zullen de algemene verkiezingen onvermijdelijk beïnvloeden. Als de PP groeit en aan macht wint, dan zal dat de indruk wekken dat de tijd van links voorbij is en dat de vervaldatum van premier Pedro Sánchez (PSOE) bereikt is. Als links standhoudt, zal daarentegen de perceptie ontstaan dat alles nog mogelijk is in aanloop naar de algemene verkiezingen.