De werkloosheid in Vlaanderen blijft toenemen, terwijl er nog steeds talloze openstaande vacatures zijn. Vlaams Parlementslid Tom Lamont (Vlaams Belang) ziet hierin een bewijs dat het huidige arbeidsmarktbeleid tekortschiet en pleit voor een focus op het activeren van werkzoekenden uit Vlaanderen zelf. Volgens het Vlaams Belang is arbeidsmigratie geen oplossing, maar net een extra last voor de samenleving.
Lamont benadrukt dat de stijgende werkloosheid (met een aantal boven de 150.000) niet los te zien is van de impact van arbeidsmigratie. “Arbeidsmigratie is een kortetermijnoplossing waarvan de winsten voor de werkgever zijn en de lasten voor onze samenleving”, klinkt het via V-NIEUWS. “Op heden hebben we in Vlaanderen meer dan 215.000 werkzoekenden zonder werk. De focus moet liggen op de activering van de werkzoekenden in Vlaanderen en de omliggende regio’s”.
Preventie voor uitval
Lamont wijst op de lage arbeidsparticipatie binnen bepaalde bevolkingsgroepen, zoals vrouwen met een migratieachtergrond, waarvan slechts 54% werkt. “Meer arbeidsmigratie en de bijhorende gezinshereniging is allesbehalve een optie en zal onze samenleving alleen maar meer onder druk zetten”, stelt hij.
Meer dan de helft van de werkzoekenden heeft een grote afstand tot de arbeidsmarkt door gezondheids- of welzijnsproblemen. Het Vlaams Belang pleit daarom voor een preventieve aanpak om uitval te vermijden. “Er moet meer ingezet worden op het detecteren en assisteren van mensen die dreigen uit te vallen”, vertelt Lamont aan V-NIEUWS.
Kansen op de arbeidsmarkt vergroten
“Verder zien we vooral heil in een gezamenlijke en niet-sanctionerende begeleiding, waarbij VDAB samen met de betrokken persoon en mogelijk zijn werkgever nagaat welke job, taken of aangepast werk wel nog mogelijk zijn”, stelt Lamont. Op die manier kan vermeden worden dat mensen in een uitkeringsval belanden en langdurig afhankelijk blijven van sociale voorzieningen.
Jongeren in de beroepsinschakelingstijd vormen de snelst groeiende groep werkzoekenden. “We moeten jongeren die dreigen uit te vallen sneller opsporen en hen een traject aanbieden dat hen vlot naar een job leidt”, vertelt Lamont. Duaal leren, waarbij jongeren school combineren met betaalde arbeid, wordt als een mogelijke oplossing naar voren geschoven. “Zo kunnen jongeren met schoolmoeheid toch een diploma halen en tegelijk werkervaring opdoen, wat hun kansen op de arbeidsmarkt aanzienlijk vergroot.”
Lees ook:
De N-VA en Frank Vandenbroucke: van ontslag tot omarming
In de politieke arena van België is Frank Vandenbroucke (Vooruit) een naam die bijzonder veel stof doet opwaaien. De commotie rondom verschillende schandalen blijven een donkere schaduw werpen over zijn politieke carrière. Toch lijkt die carrière zich telkens weer te hernieuwen, ditmaal met steun van de N-VA.
Eind januari 2024 stond N-VA op de barricades: minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke moest opstappen. In de Kamer zwaaide parlementslid Kathleen Depoorter met een document dat aantoonde dat Vandenbroucke had gelogen over de Medista-affaire. N-VA eiste zijn ontslag, toenmalig premier Alexander De Croo (Open Vld) werd opgeroepen om in te grijpen, en een motie van wantrouwen volgde. “Deze man kan niet langer minister blijven”, klonk het ferm bij de N-VA.
Fast forward naar februari 2025: de Vivaldi-regering is verleden tijd, en onder de nieuwe regering-De Wever I, met de N-VA als grootste partij en Bart De Wever als premier, keert Vandenbroucke doodleuk terug als minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken. De man die een jaar geleden nog werd afgeschilderd als politiek onhoudbaar, wordt nu zonder probleem herbenoemd door de partij die zijn ontslag eiste. Het contrast kon nauwelijks groter zijn.
Van ‘flagrante leugen’ tot ‘gerespecteerd minister’
De Medista-affaire, waar alles mee begon, draaide rond een contract voor de verdeling van coronavaccins. N-VA beschuldigde Vandenbroucke ervan het parlement te hebben misleid door te beweren dat Medista slechter scoorde qua kwaliteit en dienstverlening dan concurrent Movianto. Een tabel uit het gunningsverslag toonde echter het omgekeerde: Medista scoorde een perfecte 10, terwijl Movianto lager eindigde. De oppositiepartij sprak van een “flagrante leugen” en vond dat Vandenbroucke niet langer integer kon functioneren.
Dezelfde partij die Vandenbroucke een jaar geleden nog politiek afschreef, doet nu alsof er niets gebeurd is. Conner Rousseau, voorzitter van Vooruit, kondigde de comeback van Vandenbroucke aan met de woorden: “He’s back bitches. Part 2.“ Maar de echte verrassing was niet dat Vandenbroucke terugkeerde, wel dat het gebeurde onder een regering waarin N-VA de plak zwaait.
Politieke pragmatiek of hypocrisie?
De vraag dringt zich op: hoe valt deze bocht van N-VA te rijmen? Hoe kan een minister die volgens hen ‘moest opstappen wegens een flagrante leugen’ nu plots goed genoeg zijn om onder hun eigen premier opnieuw dezelfde portefeuille te beheren?
Het antwoord ligt in de politieke realiteit van coalitievorming. De Wever I is een regering waarin N-VA en Vooruit samenwerken, en binnen dat akkoord kreeg Vooruit het departement Volksgezondheid toegewezen. In plaats van een nieuwe naam naar voren te schuiven, koos de partij voor de rustige, of liever roestige, vastheid van Vandenbroucke. Vooruit kon dat eisen en de N-VA boog om andere beleidsprioriteiten te verzekeren.
Een ongemakkelijke wending
Politiek opportunisme is niets nieuws, maar de snelheid waarmee scherpe kritiek verandert in stille acceptatie, is opvallend. Voor de oppositie is het een geschenk: N-VA wordt nu geconfronteerd met haar eigen retoriek uit 2024 en moet uitleggen waarom een minister die toen onaanvaardbaar was, nu plots wél kan blijven zitten.
In de Wetstraat is niets onmogelijk, zoveel is al lang duidelijk. Maar in het belang van de kiezer blijft één vraag hangen: was de eis om ontslag destijds oprecht, of louter een politiek spel? En als het toen écht een kwestie van integriteit was, wat zegt het dan over de huidige regering dat Vandenbroucke nu opnieuw in functie is?