Vandaag vond, vervroegd, de Kamercommissie Overheidsbedrijven plaats. Minister Petra De Sutter (Groen) werd daar onderworpen aan een hele resem vragen, maar wuifde alle beschuldigingen weg. Zo meldt Belga. Het Vlaams Belang neemt hier geen genoegen mee. “De Sutter moet elke schijn van belangenvermenging wegwerken. Dat kan enkel met een parlementaire onderzoekscommissie”, aldus fractievoorzitter in de Kamer Barbara Pas in een mededeling.
De Sutter ligt intussen geruime tijd onder vuur. Eerst kwamen illegale marktafspraken bij de onderhandelingen over de concessie voor de bedeling van kranten en tijdschriften aan het licht door een interne audit. Kort daarop werd bekend dat twee kabinetsmedewerkers van de vicepremier op de loonlijst van bpost stonden. Ondanks hetgeen De Sutter zei, waren ze betrokken bij de omstreden onderhandelingen.
De Sutter legde deze middag alle beschuldigingen van belangenvermenging naast zich neer. Hiervoor haalde ze het integriteitscharter dat haar kabinetsmedewerkers dienen te tekenen aan. Volgens de vicepremier zijn er voldoende “checks and balances” voorzien en zou het voor eender welke raadgever onmogelijk zijn om een visie door te duwen.
De Sutter en bpost-gate: “De beerput blijft stinken”
De interne audit, die bpost zelf bestelde, wordt echter geheim gehouden. Het postbedrijf zou dat weigeren volgens De Sutter en zijzelf zou ook geen volledig inzicht krijgen. “Het is opmerkelijk te horen dat bpost deze audit niet wil delen met haar voogdijminister, noch met het parlement, maar dat wel mogelijk is wanneer een PS-minister, in dit geval minister Dermagne, hierom vraagt”, reageert Pas.
De vele vragen in de commissie wezen erop dat het louter ontkennen van de vermeende belangenvermenging door De Sutter niet volstaat. “Als ze wil zorgen dat de schijn van wantrouwen en belangenvermenging weggewerkt wordt, dan mag er niet louter vertrouwd worden in een interne audit, maar dan moet er werk gemaakt worden van een parlementaire onderzoekscommissie”, aldus Pas. “Daar zullen wij op blijven hameren. Elk principe van goed bestuur werd hier geschonden en er is hier slechts één partij het slachtoffer: de belastingbetaler.”
