Aan de UGent, waar ‘superdiversiteitsrector’ Rik Van de Walle de plak zwaait, blijkt uit een intern rapport dat grensoverschrijdend gedrag bij doctorandi meer regel dan uitzondering is. Ook de aanpak schiet ruimschoots tekort. Jonge onderzoekers hebben geen vertrouwen in de bestaande meldpunten, zo meldt De Standaard.
De Standaard kon het intern rapport aan de UGent inkijken. 120 gesprekken met jonge onderzoekers uit tien faculteiten schetsen een compleet ander beeld van de UGent, dan de woke agenda die de universiteit extern propageert.
Tot op heden kwamen vooral de excessen boven water. Uit dit rapport blijkt echter dat grensoverschrijdend gedrag bijzonder prevalent is aan de UGent. De 120 gesprekken puilen uit van de onbeteugelde werklast, de toxiciteit van de werkomgeving, de cultuur van favoritisme en bovenal: de macht van promotoren. In één departement is het zelfs zodanig rampzalig, dat er in tien jaar tijd geen enkel doctoraat werd afgewerkt. Alle onderzoekers vluchtten weg.
Meldpunt is een grap
De bestaande meldpunten worden door de doctorandi met de grond gelijk gemaakt. Hoe deze systemen in theorie werken, blijkt geenszins overeen te komen met de praktijk. Uit het rapport blijkt de UGent bovendien “nooit lessen te trekken uit eerdere cases” en doet ze er zo “schijnbaar alles aan om geen structurele hervormingen qua beleid of werkcultuur te moeten doorvoeren”.
Een grondige herziening van ‘Trustpunt’, het centrale meldpunt aan de universiteit, dringt zich op. Onderzoekers noemen hun ervaringen “contraproductief”, “intimiderend” en zelfs “traumatisch”. Ze stellen bovendien dat Trustpunt “altijd een versie van de feiten opzoekt waarbij beide partijen schuld hebben, terwijl dat overduidelijk niet het geval is”. Aan de facultaire meldpunten, vertrouwt men de werknemers evenmin.
Rector Van de Walle vindt de getuigenissen “pijnlijk, maar geloofwaardig”, meldt hij aan de redactie van De Standaard. Volgende week buigt de raad van bestuur zich over het rapport, en de komende maanden zal er verder overleg volgen.