“Te bang voor de harde politieke arena, amper bekende koppen om ten strijde te trekken en bitter weinig kracht om te wegen op het beleid”, zo begint HLN zijn desastreus rapport voor Groen. De nieuwe covoorzitters Jeremie Vaneeckhout en Nadia Naji slagen er niet in om de ravage op te ruimen na het vertrek van Meyrem Almaci.
De nieuwe covoorzitters, en de partij als geheel, kampen met een groot probleem: ze slagen er niet in zichzelf in de markt te zetten. “Hoe hard ze ook proberen om zichzelf op de kaart te zetten, de mayonaise pakt (nog) niet”. Vaneeckhout tracht dan wel overal zijn karretje aan te haken, maar volgens het rapport ontbreekt het hem duidelijk aan relevantie. Sterke parlementsleden, waaronder Björn Rzoska, trekken binnenkort de deur van het parlement achter zich toe. Echt overleg blijkt daar binnen de partij niet over te gebeuren, daar iedereen op eigen houtje de communicatie over zijn of haar vertrek in eigen handen neemt. Een gebrek aan gestroomlijnd beleid, zodus.
Groen laat schandalen van regeringspartners passeren
“De groene partij lijkt vaak bang te zijn om mee in de politieke arena te stappen. Bedenkelijke praktijken bij anderen laat ze passeren. Zelden bijten de groenen van zich af”, vervolgt Fleur Mees van Het Laatste Nieuws haar analyse. Groen lijkt schrik te hebben om op te boksen tegen de sterkere concurrentie aan de linkerzijde van het politieke spectrum. Gevolg hiervan is dat de partij dient toe te kijken hoe de communistische en socialistische partijen met zijn kiezers aan de haal gaan, terwijl Groen zelf verder wegzakt in de peilingen.
Verder heeft de partij een gebrek aan boegbeelden. Men trachtte Petra De Sutter te lanceren, maar de opeenstapelende bpost-schandalen gooien roet in het eten van dat plan. “De groene partijtop is echter niet van plan om zijn goudhaantje een jaar voor de verkiezingen bij het grofvuil te zetten. Want na De Sutter gaapt de grote leegte”.
Terug naar de zijlijn
Met het beleid en de communicatieve flaters van Tinne Van der Straeten heeft Groen zichzelf weggezet als een dogmatische partij. Dat de kernuitstap, als symbooldossier voor de groenen deze legislatuur, er nu toch niet komt, breekt hen zuur op. Ook lijkt de strijd voor politieke vernieuwing van Kristof Calvo op niets uit te draaien.
Diezelfde Calvo schreef destijds de gevleugelde woorden “F*ck de zijlijn”. Maar nu Groen meebestuurt, wenkt de zijlijn opnieuw. Met voorzitters die zoeken naar manieren om relevant te zijn, maar niet verder komen dan “kaduke pogingen”, en “amper nieuwe gezichten (…) om het gat op te vullen” komt het rapport tot een conclusie: een magere 3,5 op 10 voor de groene partij.