Na de historische zege van de PVV in Nederland afgelopen woensdag, is het politieke spel in Den Haag weer volop aan de gang. Het besluit van de VVD om niet in een kabinet te stappen en het stil blijven van het NSC leidde even tot angst dat de PVV toch niet mee zal regeren, maar Geert Wilders geeft aan op X (voorheen Twitter) dat hij dit niet zal laten gebeuren.
De PVV verraste op woensdag vriend en vijand toen de partij maar liefst 37 zetels haalde bij de Tweede Kamerverkiezingen. Dit is 12 zetels meer dan nummer twee GL-PvdA en 13 zetels meer dan de voormalige regeringspartij van Mark Rutte, de VVD. Het is voor de meeste Nederlanders dan ook vanzelfsprekend dat de PVV in een volgend kabinet zal komen. Sterker nog, de meeste willen dat, blijkt uit cijfers van Hart van Nederland. Zo wil 77% van de VVD-stemmers dat de VVD gewoon in een kabinet met Wilders stapt.
Wilders voert nu ook campagne om dit te bewerkstelligen. Op X bijt hij hevig van zich af: “Ze dachten jarenlang de PVV politiek te kunnen marginaliseren. Rutte beloofde ‘mijn partijtje tot de laatste zetel af te breken’. Kaag beet me toe ‘gelukkig zal u dalen in de peilingen’. Als ik in de Tweede Kamer sprak keken ze in vak K het liefste weg op hun telefoon.” Hij gaat door “Maar ze vergaten dat ik altijd doorga, nooit opgeef en tegenslagen me alleen maar sterker maken. Dat ik het vak van volksvertegenwoordiger beheers en geniet van het debat. Dat ik voor niets en niemand bang ben. Dat de PVV tussen de mensen staat, hun problemen serieus neemt en benoemt en daarbij gewone mensentaal spreekt.”
Hij bedankt bovendien zijn kiezers. “En nu zijn we met afstand de grootste partij van Nederland geworden. Wat hou ik van Nederland. Zoveel mensen hebben de PVV in hun hart gesloten. En ik hen. Allemaal.” Wilders sluit af met een duidelijke belofte: “Vandaag, morgen of overmorgen: de PVV zal Nederland mee gaan besturen en ik zal premier van dit mooie land worden.”
De PVV, VVD en het NSC van Pieter Omtzigt hebben samen een meerderheid van 81 zetels. Voor tevens een meerderheid in de Eerste Kamer zou hier de BBB bij kunnen worden gevoegd.