Het Vlaams Belang is ‘extreemrechts’, en we moeten dat blijven zeggen. Dat schrijft tenminste Bert Bultinck van Knack. Maar die term lijkt niet zozeer een politicologisch of journalistiek nuttige categorie dan wel een politiek-semantisch wapen tegen andersdenkenden. Want wie bepaalt wat ‘normaal’ is en wat ‘extreem’ is? En zijn journalisten als Bultinck dan wel de belichaming van het normale in onze gemeenschap, of straffer: hoeders van het democratisch debat? Dat vraagt hoofdredacteur Jonas Naeyaert in zijn editoriaal. “Bultinck vertegenwoordigt vooral zijn eigen bobo-klasse van hoogopgeleide en welgestelde progressieven. In de normaalverdeling van onze samenleving is híj de extremist.”
Extreem. In Van Dale lezen we: uiterst, buitengewoon. Voorbeeld: extreme denkbeelden. Met andere woorden: een extreme denker of een extremist heeft ideeën die buiten het normale vallen, die aan de marge liggen van het aanvaarde debat. Politicoloog Joseph Overton gaf zo zijn naam aan het concept van het ‘Overton Window’; het raam van het maatschappelijk debat waarin je dingen kan zeggen die aanvaard worden door de massa. In het midden bevindt zich beleid, daarrond populaire zaken, dan zinnige zaken, acceptabele zaken, radicale (of beter extreme) ideeën en tot slot ondenkbare zaken.
Het is een nuttig framewerk om Knack-chef Bultincks laatste opiniestuk te kaderen. “Er waart een spook door onze democratie en het heet defaitisme”, schrijft hij. “Het zit in onze weigering om extreemrechts nog extreem te noemen. We noemen het Vlaams Belang vandaag ‘radicaal’ of ‘uiterst rechts’, of ‘far right’, maar niet langer extreem. Het zit ook in de overtuiging dat de overwinning van het Vlaams Belang een fait accompli is.”
Politiek is strijd en woorden zijn wapens
Hieruit ontwaren we een tweetal zaken. Zaken die Bultinck ook onbedoeld toegeeft. Eerst en vooral: het gebruik van woorden betreft (ook) een strijd, een politieke strijd. En daar heeft hij gelijk in, semantiek wordt zeer doeltreffend ingezet voor politieke doeleinden. Wie immers de woordenschat beheerst, beheerst het taalkundig apparaat waarmee gepraat en – cruciaal – gedebatteerd kan worden. In de dystopische toekomstroman 1984 van George Orwell is in de Ingsoc-staat van Oceanië niet toevallig ‘Newspeak’ ingevoerd om de ‘reactionaire’ oude Engelse, complexe taal te vervangen. Met Newspeak zijn abstracte concepten zoals vrije wil of een organische gemeenschap onmogelijk uit te drukken en wordt dissidentie dus verhinderd.
Ten tweede: in die strijd van Bultinck is het duidelijk doel het Vlaams Belang klein te krijgen. Immers, het is (moreel) verkeerd om te denken dat “de overwinning van het Vlaams Belang een fait accompli is”, “en het heet defaitisme”. Daarom moet het Vlaams Belang niet radicaal-rechts genoemd worden of zelfs niet uiterst rechts, maar extreemrechts.
‘Doe maar gewoon normaal, dat is al gek genoeg’
Mensen willen immers niet extreem genoemd worden, maar erbij horen. Mensen willen normaal zijn (en in Vlaanderen telt dat gegeven toch altijd een beetje meer dan elders in de wereld). Het is zelfs een techniek in de verkoopwereld. Je kan iets aanprijzen door te stellen dat anderen het ook leuk vinden. Mensen willen bij (het winnend) team horen en niet te veel afwijken. Dat is evolutionair geprogrammeerd. Door iets als extreem te bestempelen, bestempel je het dus als onwenselijk.
Maar is wat het Vlaams Belang zegt wel extreem? Nagenoeg elke opiniepeiling wijst op iets anders. Integendeel zelfs: drie op vier Vlamingen willen zo dat migranten “onze cultuur overnemen en taal leren”, volgens onderzoek van de VUB, de UA, De Standaard en de VRT. De meeste Vlamingen willen mínder asielzoekers opnemen. Ze zijn ook nog eens tegen het cordon, willen geen strenger stikstofkader en misschien de beste indicator van allemaal: ze vinden dat het Vlaams Belang de grootste partij moet worden.
Met andere woorden: wat het Vlaams Belang verdedigt, is in Vlaanderen heel normaal. De kernpunten van het programma – rond migratie dus – worden zelfs door een overgroot merendeel van de Vlamingen gedeeld. Heel extreem is dat Vlaams Belang dan niet.
The lefty extreme few
En natuurlijk is ‘extreemrechts’ politicologisch een waardeloze categorie. Extreemrechts zou volgens mensen als Bultinck dan alles moeten groeperen van Amerikaanse Republikeinen als Mike Pence en Donald Trump, over conservatieven als Viktor Orbán tot identitaire nationalisten als Marine Le Pen en Vlaams Belang-kopman Tom Van Grieken én bovendien (en natuurlijk cruciaal) nazi’s als Adolf Hitler en fascisten als Benito Mussolini. Elke ernstige politicoloog zal je vertellen dat de hierboven vermelde mensen uiteenlopende ideeën hebben, maar waar het mensen als Bultinck net om te doen is, is identitair nationalisme vereenzelvigen met het te verachten nazisme.
Maar in werkelijkheid zijn de echte extremisten misschien wel de links-progressieve kosmopolieten als Bultinck die vanuit hun lofts en hippe koffiebars autochtone Vlamingen genetisch gedetermineerde racisten noemen en als hoogopgeleide ‘white collar urbanites’ de opiniestukken schrijven die de grenzen van het betamelijk debat aangeven. ‘The lefty few’.
En dat begrenzen van het debat gebeurt natuurlijk niet uit een bekommernis voor onze politieke vrijheid of democratie, maar om de slaagkansen van hun eigen ideologie te maximaliseren. Hun eigen rood-groene ideologie bevindt zich namelijk niet toevallig en steevast in het centrum van hun opgelegde ‘Overton-raam’. Maar Bultinck heeft gelijk schrik te hebben, want Van Grieken en co zijn niet alleen potten aan het breken.
Of zoals Bob Dylan het zong, beste meneer Bultinck:
Admit that the waters
Around you have grown
And accept it that soon
You’ll be drenched to the bone
If your time to you is worth savin’
And you better start swimmin’
Or you’ll sink like a stone
For the times they are a-changin’.