Nog steeds halen de federale overheidsdiensten de vooropgestelde tewerkstellingsgraad van 3 procent niet. Kamerlid Ellen Samyn (Vlaams Belang) ziet na vier jaar Vivaldi-beleid geen verbetering. “Principes als inclusie, toegankelijkheid en ondersteuning gelden blijkbaar wel voor gender, seksuele geaardheid of ras, maar niet voor mensen met een beperking”, verklaarde Samyn in een persbericht.
Met regelmaat vraagt Samyn cijfers op over de tewerkstelling van personen met een beperking. “De Grondwet bepaalt dat elke persoon met een handicap recht heeft op volledige inclusie in de samenleving en dus op werk”, benadrukte ze. Sinds 2007 geldt een streefcijfer van 3 procent binnen federale overheidsdiensten. “Helaas hinken veel diensten nog steeds achterop”, klonk het.
Sommige FOD’s boeken geen vooruitgang
De Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap vraagt dat de overheid haar eigen normen naleeft. “De staat moet het goede voorbeeld geven”, merkte Samyn op. Toch blijft de algemene tewerkstelling laag. De FOD Sociale Zekerheid haalt 4,45 procent, terwijl de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen stijgt naar 3,7 procent. “Sommige FOD’s blijven ter plaatse trappen, andere diensten gaan zelfs achteruit”, voegde ze eraan toe. Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen presteert slechter dan voorheen.
Sommige kabinetten en ministeries leveren niet eens cijfers aan. “Zo ontving ik na anderhalve maand nog geen antwoord van bepaalde diensten”, stelde Samyn vast. De POD Maatschappelijke Integratie, bevoegd voor personen met een handicap, liet ook niets weten.
Samyn eist dat een volgende regering werk maakt van deze kwestie. “Deze mensen willen werken en kunnen een meerwaarde zijn voor een organisatie”, onderstreepte ze. Ze hoopt dat ze in de toekomst niet moet concluderen dat inclusie alleen telt voor bepaalde groepen, maar niet voor personen met een beperking.