Een multidisciplinair team van de UGent heeft opvallende resultaten geboekt in een onderzoek naar de allereerste gravin van Vlaanderen, zo schrijft VRT NWS. Hernieuwd onderzoek naar opgegraven beenderen lijkt meer en meer uit te bevestigen dat het weldegelijk gaat over Judith Van Vlaanderen.
Zowat 20 jaar geleden werden onder het Sint-Pietersplein in Gent beenderen opgegraven die toegeschreven worden aan Judith van West-Francië, de allereerste gravin van Vlaanderen. Hernieuwde interesse in het onderzoek kwam er na de derde aflevering van Het Verhaal Van Vlaanderen. De hypothese is nooit grondig onderzocht, tot recent dus.
“Het gaat om een boude hypothese waar tot nu toe weinig bewijs voor was”, verklaart professor middeleeuwse geschiedenis Steven Vanderputten van de UGent via de VRT. “Er zijn na de opgravingen enkele basisonderzoeken gebeurd”, bevestigt stadsarcheoloog Geert Vermeiren. Het is pas tijdens de opnames dat het idee ontstond om de these opnieuw te bekijken met een multidisciplinair team. “Ik heb een paar dagen met het idee rondgelopen voor ik het heb voorgelegd. Iedereen was meteen enthousiast”, zegt Vanderputten.
Waar en wanneer Judith overleden is, is niet met zekerheid geweten. Professor bio-antropologie Isabelle De Groote en haar onderzoeker Jessica Palmer onderzochten de stoffelijke resten. “We hebben alle dozen uit het archeologisch depot van De Zwarte Doos ingeladen, ook de resten die aan Judith worden toegeschreven, en zijn naar het labo gegaan voor nieuw onderzoek”, zegt Palmer.
Nog steeds vraagtekens
“We zijn begonnen bij het begin”, legt ook professor De Groote uit aan de VRT. “Aan de vorm van de heup van het skelet konden we vaststellen dat het inderdaad om een vrouw ging. Daarna hebben we gekeken naar de tanden. Bij kinderen groeien de volwassen tanden onder melktanden in de kaak. We kunnen de groeiringen van de tanden onderzoeken en daar informatie uit halen. Je kan het vergelijken met de groeiringen van een boom. Als de groei van de tand stokt, zien we een lijn. Meerdere lijnen wijzen op periodes van stress in een kinderleven, bijvoorbeeld door ziekte. We kunnen dus aan een tand zien hoe de kindertijd verlopen is.”
De tanden van het skelet dat aan Judith toegeschreven wordt, vertonen geen sporen van stress. “Ze heeft een heel goede jeugd gehad, dat zie je meteen.”
De onderzoekers hebben tot nu toe nog geen aanwijzingen gevonden die impliceren dat de stoffelijke resten niet van Judith zijn, maar benadrukken dat er ook nog altijd enkele vraagtekens blijven. “Honderd procent zeker zullen we het misschien wel nooit zijn”, besluit Vanderputten. “Het kan nog altijd om iemand anders gaan. Het moet dan wel iemand heel bijzonder zijn, van heel hoge adel zijn, met veel aanzien, een hofdame uit de directe entourage van Judith bijvoorbeeld. Als het Judith zelf niet is, is het zeker iemand die haar gekend heeft.”
Het onderzoek zal nog enige tijd verderlopen. Op Erfgoeddag (23 april) is er een publiekslezing over de bevindingen. Historische Huizen van stad Gent plant later een tentoonstelling over de vondsten op het Sint-Pietersplein en zal daar tevens de nieuwe bevindingen uit de doeken doen.