Formateur Bart De Wever (N-VA) is op de valreep vrijdagavond geland met zijn regering. Hij zal dus premier worden. Wie er met hem de andere postjes zal opnemen is op dit moment nog niet duidelijk, maar het regeerakkoord is wel al vrijgegeven. Veel goed nieuws staat er evenwel niet in voor Vlaanderen en de Vlaamse welvaart. “Integendeel, het woord communautair komt niet voor in het akkoord en Vlaanderen mag rekenen op nul extra bevoegdheden. Van ‘confederalisme of niets’ zijn we geëvolueerd naar ‘hervormingsfederalisme’, maar wat er nu echt hervormd wordt, is weinig duidelijk.” Dat schrijft hoofdredacteur Jonas Naeyaert in zijn editoriaal.
De Wever I is geland na 236 dagen. Het ging zeker niet om de langste Belgische formatie ooit, maar een vlot proces was het ook niet. Wat koopt de Vlaming nu evenwel met De Wever I en zijn akkoord? Op meer nettoloon zal het nog wachten zijn tot zeker 2027 en zelfs dan zal het in het beste geval over slechts enkele honderden euro’s gaan per jaar – opmerkelijkst is evenwel de communautaire leegte.
Het woord ‘communautair’ komt niet eens voor in het akkoord, niettegenstaande volgens De Wever sinds 2022 heel veel dure beloftes hier rond maakte.
Borrelnootjes in de zorg
Het institutionele luik in het akkoord telt amper zes bladzijdes en nul bevoegdheden extra voor Vlaanderen. Toch staan er wel wat goeds in. Komt zo uit het Vlaams Belang-programma: “we beslissen om de Senaat af te schaffen, de daartoe nodige grondwetswijzigingen volledig en onmiddellijk bij de start van deze legislatuur goed te keuren”.
Dat is meteen ook de meest doortastende institutionele hervorming. Hiernaast blinken er nog wat kleine optimalisaties binnen de huidige federale structuur. En die ‘optimalisaties’ leggen de klemtoon op samenwerking. Ironisch, gezien het net is omdat Vlamingen en Franstaligen slecht politiek samenwerken dat er een nood is aan splitsing van bevoegdheden.
Niettemin zijn hieromtrent wat vage bewoordingen opgenomen inzake gezondheidszorg. Denk aan ‘de afstemming’ van het deelstatelijk preventiebeleid en het federaal zorgbeleid waardoor “elke overheid als winnaar uit de bus moet komen”. Maar hoe kan dat, wanneer men in Franstalig België amper inzet op preventie terwijl de Vlamingen wel nog altijd de federale rekeningen zullen betalen? Aan dat financieringsmechanisme wordt niet fundamenteel geraakt: de tegengestelde belangen blijven dus. Hoe beter je preventiebeleid, hoe meer geld je als deelstaat moet uitgeven, en het federale niveau kan hiervan profiteren door minder zorguitgaves.
Wel wordt voorzien in de opname van deelstaatvertegenwoordigers als waarnemers in het federale verzekeringscomité van RIZIV… Nochtans toonde de coronacrisis dat interfederale comités niet direct tot het meest doortastend beleid komen. Integendeel, men gaat de moeilijkheden tussen Franstaligen en Vlamingen naar meer organen brengen.
“Het doorgedreven hervormingsfederalisme erkent de bestuurlijke complexiteit …” (p.1) Eerst was @de_NVA een onafhankelijkheidspartij, vervolgens een confederale partij, en nu is ze finaal verveld tot een federale systeempartij die België wil redden. Is dat luisteren naar het…
— Tom Van Grieken (@tomvangrieken) February 1, 2025
Zones binnen deelstaten mogen direct bedelen bij federale minister van Financiën terwijl partijdotaties intact blijven
Naast gezondheidszorg wil men inzake werkbeleid gaan voor een “plaatsgebonden beleid voor gewesten”. Maar om veel meer dan regio’s die zich rechtstreeks zullen kunnen richten tot de federale minister van Financiën inzake steun, gaat het niet.
Ook in hetzelfde hoofdstuk opgenomen: de partijdotaties. Drastisch snijden in de miljoenen die naar de partijen gaan, zoals door een halvering, ligt niet op tafel. Men zal volgens het akkoord louter de niet-indexdering aanhouden… Het zou er nog aan moeten mankeren dat men dit reeds bestaand gebruikt zou stopzetten! Er verandert inzake de partijfinanciering dus niets.
Wat dan nog? Er komt allicht een Vlaamse betaalde feestdag. Goede zaak uiteraard, maar niet direct dé grote stap richting Vlaams geld in Vlaamse handen. Splitsing sociale zekerheid? Niet vermeld dus. Regionalisering energie? Neen. Fiscale autonomie voor de deelstaten? Afwezig. Toch minstens een herziening of hervorming van de Bijzondere Financieringswet? Ook niet.
En dat laatste is bijzonder schadelijk, want er is wel twee maal sprake in het akkoord van een ‘taks shift’. Er zou meer nettoloon komen (weliswaar pas in 2027) en anderzijds zouden er hogere BTW-lasten komen op energie, zoals verwarmingsketels en steenkool. Als je weet dat de deelstaten een percentage krijgen van de personenbelasting en een eerder rigide deel van de btw-inkomsten, kan dit resulteren in een Vlaamse aderlating. Dit terwijl de bevoegdheden die nog veel duurder zullen worden (migratie, vergrijzing, gezondheidszorg) blijven op het niveau dat het minst solvabel is en de meeste putten heeft: het Belgische.
Niets
De grote en dure beloftes van Bart De Wever voor 9 juni – “confederalisme of niets“, we moeten de “institutionele atoombom durven inzetten om de energiebevoegdheid naar ons te trekken” en “we moeten een meerderheid met Vlaams Belang gebruiken als hefboom om federaal bevoegdheden te forceren” – blijven leeg achter in 2024. Eind 2023 liet De Wever in Trends nog optekenen dat je “in dit land geen federale regering meer kan maken die onze Vlaamse welvaart kan redden”. Die belofte is wel nagekomen.
De Wever I is geboren op 31 januari en 2025, maar voor de Vlaamsgezinde Vlaming die vol verwachting en hoop op N-VA stemde, is dit een miskraam.