Bart De Wever is een intelligente man. Ooit droeg de pers hem op handen. Nu doen (of deden?) ze dat met Vooruit-voorzitter Conner Rousseau. Naar waar gaat de mediatieke stratego? Dat vraagt Bart De Meulenaer zich af in zijn column ‘Mediacircus’.
Als N-VA-man had ik altijd weinig begrip voor de stelling dat De Wever door De Slimste Mens werd gelanceerd. Ik vond en vind dat de man bijzonder intelligent is, zeer belezen en ik lig heel dicht bij heel veel van zijn inzichten.
Nu ik me steeds meer een vreemde eend voel in N-VA, zie ik dingen anders en begrijp ik wel hoe dat beeld van De Wever als persproduct ooit ontstond.
Niet dat ik denk dat De Wever er zonder pers niet zou zijn geraakt. Dat geloof ik eerlijk waar niet, want hij lijkt me gewoon te helder in veel van zijn communicaties en hij spreekt te veel in beelden die mij raken. De ‘yogasnuiver’ vond ik een zodanig goeie vondst dat ik hem toch graag zelf had gevonden. (Ik speel graag met woorden en beeldspraak.)
Conner®
Maar ik zie nu wel dat ook Conner gemaakt werd door de pers en nu riskeert gekraakt te worden door de pers. Of Conner er zonder pers zou zijn geraakt, dat betwijfel ik wél.
Immers, veel inhoud heeft hij niet. Branie wel. Het eerste wat hij deed was de merknaam van een Gents Theaterhuis afpakken. Straf. Stel u voor dat het Vlaams Belang zich Ancien Belgique zou gaan noemen. Toch mocht Conner dat doen en zag er geen mens graten in.
Ook een zekere stijl kun je hem niet ontzeggen. Dure sloefkes, losjes in de pull-over, strak lijf.
Dat hij vond dat ongevaccineerden het bloed onder de nagels mocht gejaagd worden heeft geen journalist boos gemaakt. Hij mocht dat allemaal. Als De Winter het had gezegd, zat de verzamelde pers met een kookpot op hun hoofd en een kussen op hun buik gebonden in de kelder angstig te wachten tot het over was geweest.
Maar nu blijkt dat die stijl zowat het enige is dat Conner te bieden heeft.
Immers, er zijn die lastige klachten over zijn ‘rencontres’ met jonge jongens. Freya wist echter op voorhand al dat alles geseponeerd zou worden. In het licht dat vandaag over Conner schijnt, is dat een vreemde uitspraak. Hij zei zelf over die jongens dat hij geen grenzen had overschreden, maar het gerucht over die dadingen bleef zoemen. Bovendien blijft het vreemd dat een volwassen man (en partijvoorzitter) iets met jonge jongens, al dan niet grensoverschrijdend, zou hebben.
Ik bedoel maar; inhoudelijk kunnen die vriendschappen niet zijn geweest, wel? Dat hij met een vliegend stuk in zijn kabas staat te brallen in Sint Niklaas op café, tegen de politie nog wel, dat kan ik wel nog begrijpen. Een jonge gast is een jonge gast. Toen ik jong was had ik ook wel een keer meer promille in mijn foeder dan verstand in mijn toeter. (Al deed ik toch niet zo veel matrakeer-oproepen, meen ik.)
Als een baksteen
Maar de manier waarop hij dat aanpakte, sloeg me met verstomming. Conner leuterde nog dat het allemaal maar om te lachen was en dat hij vergeten was wat hij had gezegd. Maar als hij het vergeten had, wat was er dan zo erg? Het stijlicoon schoot uit zijn dure sloffen, liet de gazetten zwijgen en zijn advocate liet weten dat ze hooggeplaatsten kenden. (Ik moest onmiddellijk denken aan #ikkenjambon.) Waarna de gazetten giftig terugsloegen en zelfs de Morgen liet weten dat Conner de pedalen kwijtraakte.
King Connah was ineens niet meer de leuke knul, maar de trol van de wetstraat.
Er kwam een satirisch meesterlijk filmpje en toen werd Sven De Ridder kregelig over een tussenkomst van Conner. Misschien was dat allemaal wat overdreven en was de tussenkomst van Conner ‘via DM’ helemaal niet zo dreigend geweest, maar de toon was gezet en de kranten lijken Conner te laten vallen.
We zien nog niet waar dit eindigt, maar bij Conner zie je wel dat hij een marketingproduct van de kranten is. De kranten hebben gelijk dat ze kritisch zijn. Maar ze hadden al veel langer kritisch moeten zijn. Dit is geen journalistiek. Dit is politiek stratego.