6.7 C
Brussel

De Spaanse bezetting van Vlaanderen: hoe is dit juist gebeurd?

Gepubliceerd:

- Advertisement -

De Spaanse bezetting van de Nederlanden, die duurde van het midden van de 16e eeuw tot het begin van de 18e eeuw, had een diepgaande invloed op de geschiedenis van zowel Vlaanderen als Nederland. Deze periode werd gekenmerkt door politieke spanningen, religieuze conflicten en uiteindelijk de opkomst van een onafhankelijke Nederlandse staat. Reis mee in de tijd en ontdek hoe deze Spaanse bezetting eigenlijk tot stand is gekomen. 

We beginnen onze reis in 1555. Toen deed keizer Karel V afstand van de troon ten gunste van zijn zoon, Filips II van Spanje. Filips erfde daarmee de Habsburgse Nederlanden, een gebied dat ruwweg overeenkomt met het huidige Nederland, België en Luxemburg. Zijn centralistische en katholieke beleid botste echter met de lokale autonomie en de opkomende protestantse bewegingen in de regio. De strenge vervolging van protestanten en de inperking van lokale privileges leidden tot groeiende onvrede onder de bevolking en de adel.

De spanningen bereikten een hoogtepunt met de Beeldenstorm van 1566, waarbij protestanten katholieke kerken en kloosters aanvielen en religieuze beelden vernielden. Als reactie hierop stuurde Filips II de hertog van Alva naar de Nederlanden om orde op zaken te stellen. Zijn harde optreden, waaronder de oprichting van de Raad van Beroerten (ook wel de Bloedraad genoemd), verergerde de situatie en leidde tot het uitbreken van de Tachtigjarige Oorlog in 1568.

De Tachtigjarige Oorlog en de Scheiding van de Nederlanden

De Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) was een langdurig conflict tussen de opstandige Nederlandse gewesten en het Spaanse Rijk. Onder leiding van Willem van Oranje kwamen de noordelijke provincies in opstand tegen de Spaanse heerschappij. In 1581 verklaarden Zeven Provinciën (Holland, Zeeland, Utrecht, Gelderland, Overijssel, Friesland, Groningen) zich formeel onafhankelijk met de Acte van Verlatinghe, waarmee ze Filips II afzetten als hun heerser. Dit markeerde de scheiding tussen de noordelijke en zuidelijke Nederlanden.

Brabant, Vlaanderen en Mechelen waren immers wel betrokken bij de Unie van Utrecht (1579) tegen Spanje, maar konden door de opmars van de Spaanse troepen hun pro-Nederlandse steun voor de Acte van Verlatinghe niet formaliseren. De Val van Antwerpen in 1585 versterkte de scheiding, aangezien veel protestantse inwoners naar het noorden vluchtten, wat bijdroeg aan de economische en culturele bloei van de opkomende Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. De zuidelijke Nederlanden bleven onder Spaanse controle en werden bekend als de Spaanse Nederlanden.

De scheiding had diepgaande gevolgen voor zowel Vlaanderen als Nederland. De noordelijke provincies ontwikkelden zich tot een onafhankelijke republiek met een dominante protestantse cultuur en beleefden een Gouden Eeuw van economische en culturele bloei. De zuidelijke Nederlanden, onder Spaans bewind, bleven overwegend katholiek. Het ontwikkelde economisch en cultureel minder en het werd regelmatig het toneel van militaire conflicten, waaronder de Frans-Spaanse oorlogen.

De Spaanse bezetting liet ook fysieke sporen na in het landschap, zoals de aanleg van de Staats-Spaanse Linies, een complex van forten en verdedigingswerken in het grensgebied tussen het huidige Nederland en België.

De Spaanse heerschappij over de zuidelijke Nederlanden eindigde officieel met de Vrede van Utrecht in 1713, na de Spaanse Successieoorlog. De Zuidelijke Nederlanden kwamen toen onder het bewind van de Oostenrijkse Habsburgers te staan, waarmee een einde kwam aan de Spaanse periode in de regio.

Lees ook: 

11 juli, de Vlaamse feestdag: wat vieren de Vlamingen?

Gudrun Depoortere
Gudrun Depoortere
Gudrun Depoortere (Gent, 2003°) is studente morale wetenschappen en volgt het binnenlands en buitenlands nieuws op voor V-NIEUWS.

Gerelateerd

Meest gelezen