Het noodlijdende Credit Suisse wordt voor drie miljard Zwitserse frank overgenomen door zijn aartsrivaal UBS. Daarmee willen de Zwitserse financiële autoriteiten en de regering een faillissement van de bank en een internationale financiële crisis voorkomen, rapporteert onder meer NOS. De centrale bank van Zwitserland voorziet 100 miljard Zwitserse frank aan kredietfaciliteiten als ruggensteun om de internationale markten gerust te stellen.
De overname van Credit Suisse door UBS is niet heel onverwachts. De voorbije week voerden de Zwitserse regering, de financiële autoriteiten en de twee banken onderlinge gesprekken. Er was ook sprake van een overname door de staat zelf, maar zover is het uiteindelijk niet gekomen.
Mismanagement en schandalen rond Credit Suisse
Credit Suisse zat al langer in slechte papieren en de problemen waren al enkele maanden bekend. De situatie is voornamelijk toe te schrijven aan slechte keuzes vanuit het management en een reeks schandalen waar de naam van de bank mee gemoeid was. Wanneer de Amerikaanse banken Signature Bank en Silicon Valley Bank eerder in maart overkop gingen nadat klanten massaal hun geld opvroegen, ontstond er internationaal paniek bij de banken.
De katalysator bleek uiteindelijk een uitspraak van de centrale bank van Saoedi-Arabië te zijn. Wanneer gevraagd werd of ze hun aandeel bij Credit Suisse zouden verhogen, reageerde de voorzitter van de Saudische centrale bank dat ze dat absoluut niet zouden doen. De Saoedische centrale bank is al langer de hoofdaandeelhouder van Credit Suisse. Door deze reactie raakten investeerders in paniek en daalde het aandeel van Credit Suisse op de beurs met 24 percent.
Internationale gevolgen
De grote verliezers van de overname zijn de aandeel- en obligatiehouders. Aandeelhouders zullen per aandeel slechts 0,76 Zwitserse frank terugkrijgen. Dit is minder dan de helft van de waarde van het aandeel vóór het weekend. Sommige obligatiehouders lopen het risico al hun geld te verliezen. In totaal zullen de obligatiehouders meer dan 16 miljard euro moeten inleveren om de redding van de bank te bekostigen. De klanten van de bank zelf mogen echter gerust zijn dat hun spaargeld veilig gesteld is door de overname.
Internationaal is men evenwel nog niet gerust in de overname. Zowel de Aziatische als de Europese beurzen kregen een stevige klap te verduren. Het aandeel van Deutsche Bank (Duitsland) verloor 5 percent en het aandeel van BNP Paribas (Frankrijk) tekende een verlies van 8 percent op. Ook de Nederlandse beurzen werden getroffen: de bank ABN AMRO verloor 8 percent en ING 9 percent. In België viel het verlies relatief mee met een verlies van 3 percent voor KBC.