Conner Rousseau – of ooit wel op Instagram ‘King Connah’ – is een PR-genie, tenminste wanneer de media naïef of bevooroordeeld blijven. Dat schrijft mediawatcher Bart De Meulenaer in zijn nieuwste column ‘Mediacircus’ over de langverwachte ‘comeback’ van Conner Rousseau (Vooruit), thans lijstduwer in Oost-Vlaanderen voor het Vlaams Parlement in plaats van partijvoorzitter en lijsttrekker.
Conner weet de media meesterlijk te bespelen. Vroeger moest hij zich nog in een konijnenpak hijsen of de paljas uithangen op TikTok, vandaag treedt hij na een zuiveringsperiode van een paar maanden, als King Mediah neder.
Waar Bart De Pauw zijn leven lang gebrandmerkt moest worden, wordt Conner op een schild geheven. Volgens sommige politicologen is hij slechts enkele stappen verwijderd van zijn ministerschap. Waar Conner een paar maanden geleden nog de media blokkeren door de rechter om over zijn Hemelrijkse avonturen en avonduren te schrijven, verheugen diezelfde media zich nu over zijn Verrijzenis.
Ik wil De Pauw niet vergoelijken of ik wil Conner niet diaboliseren. De getrouwde De Pauw had zijn manieren moeten houden, ook nadat zijn vrouwelijke collega’s hem vol bij zijn erfelijk materiaal vasthielden op de cover van de Humo. Hij had die dames moeten zeggen dat hij niet op de foto gaat, als ze zijn apparaat vasthouden. Mij maakt ge niet wijs dat er één man op aarde is, die niets voelt op het moment dat twee vrouwen hem lachend in zijn kruis tasten, maar soit. Ik ben van de vorige eeuw.
En iedereen zegt al eens, met een paar Duvels te veel in zijn megafoon, stommiteiten of gedraagt zich als een idioot. Conner is een jonge gast. Bastah.
De rol van de media
Nee, waar het mij – alweer om gaat – in dit mediacircus, is natuurlijk de rol van de media.
De manier waarop die zich gedragen, waarop ze mensen hoogjubelen of neersabelen, is niet objectief te noemen. En dat is logisch, want objectiviteit is niet des mensen. Iedere mens heeft (tot zolang we Klaus Schwab er niet laten aan morrelen middels zijn Vijfde Industriële Revolutie) een ziel. Die ziel is doordrongen met uw wezen, met uw ervaringen, uw geschiedenis en uw toekomstvisie. Dat is hoe de mens bestaat.
Maar het vraagt zelfdiscipline in de media en daar gaat het fout. Kijk, ikzelf schrijf af en toe columns en die zijn niet objectief. Natuurlijk niet, want een column schrijf je omwille van je invulling van de feiten. Niet omwille van de feiten.
Maar als een krant zich objectief noemt, moet zij dus ophouden de feiten in te vullen en moet ze die enkel objectief weergeven of dat minstens trachten. Dan is in principe één krant voldoende, want er is maar één objectieve weergave van de feiten. En dan heb je dus geen vijf gazetten van doen.
Dus die vijf gazetten, die zijn pas nodig, als je de feiten wil kleuren naar eigen inzicht. Dat mag best, maar dan is het niet objectief. Dan zit het meer in de richting van een column. De media hekelt dat politici feiten kleuren (ze noemen dat fake news of bias), maar zelf doen ze dat niet minder.
Subsidies
En ik vraag mij af of je aan een opinie-industrie (wat de media dus is) subsidies moet geven. Immers, de media gedraagt zich niet als verslaggever van de politiek, maar als actor van de politiek.
Hoe kan je anders het verschil verklaren tussen de behandeling van Conner en de man met de spandoek tegen islamisering? En nu mag het wel juist zijn – dat zoals Lode Cossaer op X beweert – dat allemaal precies binnen de wet past, maar dan is de vraag toch waarom die scheeftrekking die iedereen aanvoelt, niet door de vierde macht wordt in vraag gesteld, maar integendeel wordt versterkt?
De pers is een speler in de politieke arena. Een speler die geen rode kaart kan krijgen, maar ze zelf wel uitdeelt. Een scheidsrechter die mee speelt.
Meerdere mensen klagen dit reeds jaren aan, maar blijkbaar ontstaat binnen de media niet het gevoel hier iets te moeten aan doen. Zelfs niet als ze iemand de hoogte in jubelen, die hen een paar maanden geleden nog heeft bestreden in de rechtbank opdat ze hun job niét zouden doen.