Christian Schmidt, de Hoge Vertegenwoordiger voor Bosnië en Herzegovina heeft eerder deze week de Servische leider Milorad Dodik bekritiseerd voor zijn opmerkingen omtrent de onafhankelijkheid van de Republika Srpska, een onderdeel van Bosnië en Herzegovina, zo brengt onder andere Radio Free Europe.
De opmerkingen van Schmidt kwamen nadat Dodik erop had aangedrongen dat bepaalde onroerende goederen tot de deelstatelijke entiteit behoren of dat hij anders de Republika Srpska zou afscheiden van Bosnië en Herzegovina.
Bosnië en Herzegovina: een ingewikkelde staatsstructuur
Bosnië-Herzegovina heeft een complexe staatsstructuur die verdeeld is in twee entiteiten, elk met een eigen regering en parlement. Op staatsniveau zijn er verschillende instellingen die verantwoordelijk zijn voor het bestuur van het hele land. Dodik is de leider van de Republika Srpska (Servische Republiek). De andere is de Federatie van Bosnië en Herzegovina.
De Balkanstaat is alles behalve stabiel, zoals ook dit conflict bewijst. Het land heeft de afgelopen jaren politieke instabiliteit gekend als gevolg van onenigheid tussen de verschillende politieke partijen en leiders. Dit heeft geleid tot frequente regeringswisselingen en een gebrek aan vooruitgang.
Bosnië en Herzegovina staat nu voor aanzienlijke economische uitdagingen, zoals een hoge werkloosheid, een lage economische groei en een ongelijke verdeling van de welvaart. Verder is corruptie is een wijdverspreide probleem. Corruptie heeft de rechtsstaat ondermijnd en de economische ontwikkeling van het land belemmerd.
Commotie rond onroerend goed
Begin maart heeft het Constitutionele Hof van Bosnië en Herzegovina een omstreden wet inzake onroerend goed in de Republika Srpska ingetrokken. De uitspraak van het Hof kwam er nadat de Hoge Vertegenwoordiger voor Bosnië en Herzegovina de wet had opgeschort een dag voordat deze naar verwachting op 28 februari in werking zou treden.
Volgens Schmidt is de kwestie rond onroerend goed niet volledig opgelost in het vredesverdrag van Dayton, dat een einde maakte aan de Bosnische oorlog van 1992-1995. “De soevereiniteit en territoriale integriteit van Bosnië en Herzegovina kunnen niet in twijfel worden getrokken”, zei Schmidt op een persconferentie in Sarajevo. “Ik accepteer de lelijke acties die in dit verband worden ondernomen niet.”
Met het argument dat de onroerende goederen krachtens het vredesverdrag van Dayton, dat een einde maakte aan de oorlog in Bosnië en Herzegovina, aan de twee deelstaten toebehoren, beweerde het bestuur van de Republika Srpska dat het, naast zijn administratieve gezag over de eigendommen, ook de eigenaar ervan is krachtens de genoemde wet.
Soevereiniteit voor de Republika Srpska?
Dodik heeft lang gedreigd te streven naar onafhankelijkheid van de Republika Srpska van de rest van Bosnië. Hij verwerpt de administratieve regeling en het gezag van het Bureau van de Hoge Vertegenwoordiger, de toezichthouder van de internationale gemeenschap op de civiele en andere aspecten van het Dayton-akkoord.