Minister van Ontwikkelingssamenwerking Caroline Gennez (Vooruit) beëindigt een aantal ontwikkelingsprojecten in Niger. Sinds 26 juli is er een militaire junta aan de macht. Toch heeft de Vivaldi-regering er relatief lang over gedaan om ontwikkelingshulp stop te zetten. De meeste Europese landen hadden de samenwerking met het Afrikaanse land reeds stopgezet, dat meldt De Tijd.
Het Vlaams Belang stelde vorige week voor om de ontwikkelingshulp aan Niger op te schorten. De christelijke minderheid wordt in het land actief gediscrimineerd. “De christenen worden in wat volgens de VN-index van de menselijke ontwikkeling het minst ontwikkelde land ter wereld is, uiterst vijandig behandeld”, zei Kamerlid Annick Ponthier. Voor minister van Ontwikkelingssamenwerking Caroline Gennez (Vooruit) was die reden onvoldoende om ontwikkelingshulp stop te zetten. Vandaag heeft de minister ingezien dat ontwikkelingsprojecten in het land beter dienen opgeschort te worden.
Eén van de laatste landen die ontwikkelingssamenwerking met Niger stopzet
Frankrijk, Duitsland en de Europese Unie gingen ons voor in het stopzetten van de ontwikkelingssamenwerking met Niger. Volgens Gennez komt dat doordat Belgische hulp rechtstreeks naar het ontwikkelingsagentschap Enabel gaat. Zij staan in voor de uitvoering van de projecten. “Het gaat over projecten in de gezondheidszorg, de duurzame landbouw en het onderwijs. Ze hebben directe gevolgen voor de mensen daar”, zegt Gennez.
Onlangs stuurde Malie en Burkina Faso een delegatie van solidariteit naar Niger. De landen worden gesteund door de Russische Wagner-militie. Ons land bekijkt daarom ook de ontwikkelingshulp aan die landen.